ECLI:NL:GHARL:2017:8737
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- M. van Schuijlenburg
- J. Smeitink
- Rechtspraak.nl
Bevestiging van de beslissing van de kantonrechter inzake niet-ontvankelijkheid van beroep door de officier van justitie
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 9 oktober 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de kantonrechter van de rechtbank Den Haag van 28 oktober 2015. De kantonrechter had het beroep van de betrokkene, een B.V., tegen de beslissing van de officier van justitie ongegrond verklaard en het verzoek om vergoeding van kosten afgewezen. De gemachtigde van de betrokkene heeft hoger beroep ingesteld en betoogd dat de kantonrechter ten onrechte heeft geoordeeld dat de officier van justitie het beroep terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard. Het hof oordeelt dat de beslissing van de officier van justitie om het beroep niet-ontvankelijk te verklaren in strijd is met artikel 6:6 van de Algemene wet bestuursrecht, maar dat de gemachtigde niet benadeeld is door deze schending. Het hof stelt vast dat de gemachtigde, als professioneel rechtsbijstandsverlener, voldoende gelegenheid heeft gehad om de gronden van het beroep in te dienen, maar dit niet heeft gedaan. Het hof bevestigt daarom de beslissing van de kantonrechter, zij het met verbetering van gronden, en wijst het verzoek tot vergoeding van proceskosten af. De uitspraak is gedaan door mr. M. van Schuijlenburg, in tegenwoordigheid van mr. J. Smeitink als griffier.