ECLI:NL:GHARL:2017:8803
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- J. van Schuijlenburg
- M. Stoop
- Rechtspraak.nl
Proceskostenvergoeding in hoger beroep bij WAHV-zaak
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 11 oktober 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de kantonrechter van de rechtbank Rotterdam van 25 maart 2015. De zaak betreft een verzoek om proceskostenvergoeding in het kader van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV). De kantonrechter had het beroep gegrond verklaard en de beslissing van de officier van justitie vernietigd, omdat deze ten onrechte de betrokkene niet had gehoord. Echter, de kantonrechter had geen proceskostenvergoeding toegekend, wat de gemachtigde van de betrokkene aanvoerde als onterecht.
Het hof heeft de zaak behandeld op 27 september 2017, waarbij de betrokkene en zijn gemachtigde niet verschenen, maar de advocaat-generaal wel. Het hof heeft vastgesteld dat de kantonrechter een zekere beoordelingsruimte heeft bij het toekennen van proceskosten, maar dat in dit geval, gezien de gegrondverklaring van het beroep en de vernietiging van de inleidende beschikking, de betrokkene in het gelijk is gesteld. Het hof heeft geoordeeld dat de betrokkene recht heeft op een proceskostenvergoeding voor de kosten gemaakt in de procedure bij de kantonrechter.
Daarnaast heeft het hof ook de kosten van het hoger beroep in aanmerking genomen. De gemachtigde heeft in hoger beroep een beroepschrift ingediend, waarvoor ook een proceskostenvergoeding is toegekend. Uiteindelijk heeft het hof de advocaat-generaal veroordeeld tot het vergoeden van de proceskosten van de betrokkene, in totaal € 367,50, te betalen op een specifiek bankrekeningnummer.