Uitspraak
1.[appellant 1] ,
[appellant 1],
hierna tezamen:
[appellanten]
eiser in eerste aanleg,
[geïntimeerde]advocaat: L.G. van Dijk, kantoorhoudend te Groningen.
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De vaststaande feiten
“Onder verwijzing naar onze bespreking van dinsdag 15 mei jl. (…) bevestig ik voor de goede orde nog het voorstel dat cliënt tot overname van de aandelen in de besloten vennootschap [betonbedrijf B.V.] heeft gedaan.Client heeft in aanvulling op, cq. in afwijking van, de ‘hoofdlijnenovereenkomst (…)’,voorgesteld dat een nader te noemen vennootschap, waarvan hij de aandelen houdt of zal houden, de aandelen in [betonbedrijf B.V.] zal overnemen van [appellant 2] tegen een koopprijs van € 200.000,00. De koopprijs, zal door verkoper [appellant 2] aan de overnemende vennootschap worden geleend. Er zullen geen zekerheden worden verstrekt door cliënt, noch koper. De overdracht van de aandelen dient uiterlijk 1 juni 2012 te zijn gerealiseerd en er dient voordien naar de genoegdoening van client te worden aangetoond dat de onderneming van [Betonbedrijf VOF] . is ingebracht in, cq. eigendom is van [betonbedrijf B.V.] (…)Voor het overige gelden met betrekking tot de overname (dus) de afspraken zoals deze zijn vervat in de “hoofdlijnen overeenkomst”, zij het met uitzondering van de bepaling van artikel 2 dat vastlegt dat de resultaten van de vennootschap reeds voor de aandelenovername voor rekening en risico van cliënt zijn. Immers sinds 7 maart jl. is het hem niet langer toegestaan om op de onderneming van [betonbedrijf B.V.] te verschijnen om de directie te voeren. (…)Voor zover nog vereist ontbindt cliënt thans per 11 april de overeenkomst gedeeltelijk, namelijk voor wat betreft de artikel 2 dat de onderneming van [betonbedrijf B.V.] (voor zover al ingebracht) voor zijn rekening en risico zal worden gedreven.Ten slotte, als besproken; voormeld aanbod is geldig tot donderdag 24 mei a.s. 17.00 uur. Is het aanbod niet tijdig geaccepteerd dan komt het te vervallen. Er gelden dan de afspraken zoals vastgelegd in de ‘hoofdlijnenovereenkomst (…)’, behoudens hetgeen hierboven met betrekking tot artikel 2 in deze brief is opgemerkt.”
4.Het geschil en de beslissing in eerste aanleg
,(ii) [appellanten] hoofdelijk te veroordelen tot betaling van een bedrag van
€ 51.874,96, bij wijze van voorschot op schadevergoeding en voor het meerdere te veroordelen tot vergoeding van de schade nader op te maken bij staat, en [appellanten] verder hoofdelijk te veroordelen tot betaling van wettelijke rente en de kosten van het geding, waaronder de nakosten.
De beoordeling van de grieven en de vordering
Grief I is gericht tegen de veroordeling tot vergoeding van schade van [appellant 1] in persoon. De grieven II, III, IV en V bestrijden - kort gezegd - het oordeel dat er op 13 februari 2012 een rechtens afdwingbare overeenkomst tussen partijen tot stand is gekomen, dat [appellanten] zijn tekortgeschoten in de nakoming van de verbintenissen uit deze overeenkomst en dat [geïntimeerde] deze overeenkomst rechtsgeldig partieel heeft ontbonden.
De grieven VI, VII en VIII hebben betrekking op het oordeel van de rechtbank dat op 21 juni 2012 een overeenkomst tussen partijen tot stand is gekomen en dat [geïntimeerde] in de gegeven omstandigheden gerechtigd was om over te gaan tot ontbinding van de overeenkomst. Grief IX ziet op het toewijzen van het voorschot op schadevergoeding en grief X is gericht tegen het dictum.
Dit betekent dat ook
grief VIslaagt.
grief VIIbepleit dat de rechtbank ten onrechte heeft overwogen dat de door haar vastgestelde overeenkomst van 21 juni 2012 ook nog rechtens afdwingbaar is na de e-mail van 27 juli 2012, terwijl in
grief VIIIhet oordeel van de rechtbank dat het [geïntimeerde] vrij stond de overeenkomst van 21 juni 2012 te ontbinden, is bestreden. Nu het hof hiervoor tot het oordeel is gekomen dat geen sprake is geweest van een overeenkomst kan een ontbinding daarvan evenmin aan de orde zijn. De grieven slagen.
Nadat [appellanten] op 19 juli 2012 aan [geïntimeerde] periodieke rapportages heeft doen toekomen, heeft [geïntimeerde] [appellanten] bij brief van 27 juli 2012 verzocht om toezending van cijfers waarop een accountantscontrole is toegepast. Bij brief van 10 augustus 2012 is [appellanten] vervolgens gesommeerd om uiterlijk 16 augustus 2012 door de accountant gecontroleerde halfjaarcijfers aan [geïntimeerde] te doen toekomen, waarna de overeenkomst, bij niet nakoming van de overeenkomst vóór 28 augustus 2012, bij brief van 27 augustus 2012 is ontbonden. Subsidiair heeft [geïntimeerde] [appellanten] in deze brief aansprakelijk gesteld terzake het eenzijdig afbreken van de onderhandelingen in dit stadium.
grieven IX en Xdie gericht zijn tegen de veroordeling tot betaling van schadevergoeding en tegen het dictum in het algemeen. Bij een afzonderlijke beoordeling van grief I op het punt van de persoonlijke aansprakelijkheid van [appellant 1] hebben [appellanten] geen belang.
explootkosten € 77,52
salaris advocaat € 1.341,- (1,5 pt tarief: € 894,-)