ECLI:NL:GHARL:2017:9752
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- M. van Schuijlenburg
- A. Arntz
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van inleidende beschikking wegens bedrijfsmatig aangegane huurovereenkomst
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 9 november 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een beslissing van de kantonrechter van de rechtbank Den Haag, die op 20 januari 2016 een beroep van de betrokkene ongegrond had verklaard. De betrokkene, een B.V., had hoger beroep ingesteld tegen een administratieve sanctie van € 104,- die was opgelegd wegens overschrijding van de maximumsnelheid op autosnelwegen. De gedraging vond plaats op 4 januari 2015. De betrokkene stelde dat het voertuig op het moment van de overtreding was verhuurd, en overhandigde bewijsstukken, waaronder een huurovereenkomst en een factuur.
Het hof beoordeelde of de huurovereenkomst als bedrijfsmatig kon worden aangemerkt volgens artikel 8, aanhef en onder b, van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV). Het hof oordeelde dat de huurovereenkomst voldoende aannemelijk maakte dat er sprake was van een bedrijfsmatige verhuur, ondanks dat de bedrijfsomschrijving in het handelsregister dit niet expliciet vermeldde. Het hof vernietigde de beslissing van de kantonrechter en verklaarde het beroep gegrond, waardoor de inleidende beschikking werd vernietigd en het bedrag dat door de betrokkene was gestort, moest worden gerestitueerd.