ECLI:NL:GHARL:2017:980

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
9 februari 2017
Publicatiedatum
9 februari 2017
Zaaknummer
WAHV 200.165.845
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • M. de Witt
  • A. Huizenga
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van een parkeerverbod in een parkeerverbodszone en de geldigheid van verkeersborden

In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de beslissing van de kantonrechter van de rechtbank Limburg, die op 29 januari 2015 het beroep van de betrokkene ongegrond verklaarde. De betrokkene had een administratieve sanctie van € 90,- opgelegd gekregen voor het parkeren in strijd met een parkeerverbod op 15 februari 2013 op de Veeladingstraat. De betrokkene erkent dat zij haar voertuig buiten een parkeervak heeft geparkeerd, maar betwist de geldigheid van het parkeerverbod, stellende dat er geen bord E1 aanwezig is in de straat.

De advocaat-generaal heeft echter bewijs geleverd dat de Veeladingstraat binnen een met verkeersborden aangeduide parkeerverbodszone valt. De betrokkene heeft aangevoerd dat een parkeerverbodszone wordt begrensd door een bord E1 en een bord E10, en dat het ontbreken van het bord E10 betekent dat het parkeerverbod niet van toepassing is. Het hof overweegt dat de regelgeving omtrent verkeersborden en parkeerverbodszones duidelijk is en dat de betrokkene haar voertuig inderdaad in strijd met de regels heeft geparkeerd.

Het hof bevestigt de beslissing van de kantonrechter en oordeelt dat de opgelegde sanctie terecht is. De betrokkene heeft geen gegronde redenen aangevoerd om de beslissing van de kantonrechter te betwisten. Het hof concludeert dat de gedraging van de betrokkene in strijd is met de geldende verkeersregels en dat de sanctie dus terecht is opgelegd.

Uitspraak

WAHV 200.165.845
9 februari 2017
CJIB 169802067
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
zittingsplaats Leeuwarden
Arrest
op het hoger beroep tegen de beslissing
van de kantonrechter van de rechtbank Limburg
van 29 januari 2015
betreffende
[betrokkene] (hierna te noemen: betrokkene),
wonende te [woonplaats].

De beslissing van de kantonrechter

De kantonrechter heeft het beroep van de betrokkene tegen de door de Centrale Verwerking Openbaar Ministerie namens de officier van justitie genomen beslissing ongegrond verklaard.

Het procesverloop

De betrokkene heeft tegen de beslissing van de kantonrechter hoger beroep ingesteld.
De advocaat-generaal heeft een verweerschrift ingediend.
De betrokkene heeft schriftelijk een nadere toelichting gegeven op het beroep.
De advocaat-generaal is in de gelegenheid gesteld een reactie te geven op de nadere toelichting op het beroep. Hiervan is geen gebruik gemaakt.

Beoordeling

1. Aan de betrokkene is als kentekenhouder bij inleidende beschikking een administratieve sanctie van € 90,- opgelegd ter zake van “parkeren in strijd met parkeerverbod/parkeerverbodszone (bord E1)”, welke gedraging zou zijn verricht op
15 februari 2013 om 10:56 uur op de Veeladingstraat te [woonplaats] met het voertuig met het kenteken [kenteken].
2. De betrokkene erkent dat zij haar voertuig op voornoemde datum, tijd en locatie buiten een parkeervak heeft geparkeerd, maar stelt dat er in die straat geen bord E1 staat.
3. De advocaat-generaal geeft te kennen dat de Veeladingstraat valt binnen een met verkeersborden aangeduide parkeerverbodszone. Hij heeft ter toelichting een in zijn opdracht opgemaakt aanvullend proces-verbaal in het geding gebracht, waarop is aangegeven op welke locaties een bord E1: ‘parkeerverbodszone’ is geplaatst.
4. In reactie op het verweerschrift brengt de betrokkene naar voren dat een parkeerverbodszone blijkens artikel 66 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990) wordt begrensd door een bord E1: ‘parkeerverbodszone’ en een in samenhang daarmee geplaatst bord E10: ‘parkeerschijfzone’. Het eerste zonebord E1 bevindt zich op de N271, waar de Veeladingstraat op aansluit. De betrokkene heeft een foto van dit bord meegestuurd. Er is echter nergens een verkeersbord E10 geplaatst. Het einde van de zone wordt dus nergens aangeduid. Nu een bord E10 op de N271 ontbreekt, is artikel 66 RVV 1990 niet van toepassing. Het bord geldt slechts voor de zijde van de weg waar het is geplaatst. De boete met betrekking tot het zonebord E1 berust dan ook niet op Nederlandse verkeersregels.
5. Het hof overweegt het volgende.
6. Artikel 62 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990) verplicht weggebruikers gevolg te geven aan verkeerstekens die een gebod of verbod inhouden.
7. Ingevolge Bijlage 1 van het RVV 1990 wordt een parkeerverbod aangeduid met een verkeersbord E1.
8. Artikel 66 van het RVV 1990 luidt als volgt:
1. Indien boven een verkeersbord het woord «zone» is aangebracht en een aanduiding van het gebied van de zone is toegevoegd, geldt het verkeersbord in het aldus aangeduide gebied.
2 Indien boven een verkeersbord het woord «zone» is aangebracht zonder aanduiding van het gebied van de zone, geldt het verkeersbord in een gebied dat wordt begrensd door het verkeersbord en een of meer in samenhang met dat verkeersbord geplaatste borden waarmee het einde van de zone wordt aangeduid.
3 Het eerste en tweede lid zijn van overeenkomstige toepassing, als bord E 10 van bijlage 1 is geplaatst.
9. In een d.d. 17 juni 2015 opgemaakt aanvullend proces-verbaal verklaart de verbalisant die de sanctie heeft opgelegd dat de zone waarbinnen de Veeladingstraat valt, wordt aangeduid met borden E1, waarbij het woord «zone» is vermeld. Op een plattegrond die bij het proces-verbaal is gevoegd, is met rode stippen aangegeven waar deze borden staan. Het hof stelt vast dat de toegangswegen die gevolgd moeten worden om de Veeladingstraat te bereiken, blijkens de plattegrond alle zijn voorzien van borden E1 «zone».
Nu de juistheid van de plattegrond niet wordt betwist en het hof ook overigens geen aanleiding ziet die te betwijfelen, gaat het hof uit van de daarop weergegeven situatie.
10. Het verweer van de betrokkene dat op de Veeladingstraat zelf een verbodsbord had moeten staan, moet worden verworpen. Een parkeerverbodszone wordt begrensd door borden die het begin en het einde van die zone aanduiden. Binnen de gehele zone is het – met uitzondering van op daarvoor bestemde weggedeelten – niet toegestaan om te parkeren. Nu de Veeladingstraat deel uitmaakt van de parkeerverbodszone, was het ingestelde parkeerverbod ook in die straat van toepassing.
11. Voor zover de betrokkene stelt dat het bord E1 «zone» slechts geldt voor de zijde van de weg waar het is geplaatst, moet dit verweer worden verworpen. Artikel 65, tweede lid, van het RVV 1990, waarin is bepaald dat een bord E1 alleen geldt voor de zijde van de weg waar het is geplaatst, vindt – gelet op het bepaalde in artikel 66 RVV 1990 – binnen een parkeerverbodszone geen toepassing.
12. Het betoog van de betrokkene dat in combinatie met het bord E1 een bord E10 ‘parkeerschijfzone’ geplaatst had moeten worden, berust op een onjuiste lezing van de regelgeving. Een bord E10 duidt een parkeerschijfzone aan en houdt geen verband met een bord E1. Bord E10 wordt in artikel 66, derde lid, van het RVV 1990 slechts genoemd om aan te duiden dat deze bepaling ook op parkeerschijfzones van toepassing is.
Een parkeerverbodszone begint met één of meer borden E1 en eindigt met één of meer borden waarop het einde van de parkeerverbodszone wordt aangeduid (bord E01ZE).
Het einde-zonebord is niet in de bijlage van het RVV 1990 opgenomen, maar is qua vormgeving identiek aan het bord E1 «zone», met dien verstande dat het einde-zonebord in grijstinten is uitgevoerd en is voorzien van diagonale zwarte lijnen van linksonder naar rechtsboven, die aangeven dat de zone door dat bord eindigt.
13. De verweren van de betrokkene kunnen haar niet baten. Nu niet in geding is dat de betrokkene haar voertuig buiten een parkeervak op de Veeladingstraat heeft geplaatst en het hof geen aanleiding ziet om te betwijfelen dat deze straat binnen een als zodanig aangeduide parkeerverbodszone was gelegen, stelt het hof vast dat de gedraging is verricht. Er is daarvoor terecht een sanctie opgelegd aan de betrokkene.
14. Gelet op het voorgaande heeft de kantonrechter het beroep terecht ongegrond verklaard. Het hof zal diens beslissing dan ook bevestigen.

Beslissing

Het gerechtshof:
bevestigt de beslissing van de kantonrechter.
Dit arrest is gewezen door mr. De Witt, in tegenwoordigheid van mr. Huizenga als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting.