Uitspraak
De beslissing van de kantonrechter
Het procesverloop
Van die gelegenheid is geen gebruik gemaakt.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de beslissing van de kantonrechter van de rechtbank Limburg, die op 16 februari 2017 het beroep van de betrokkene, [betrokkene] GmbH, ongegrond verklaarde. De betrokkene had een administratieve sanctie van € 97,- opgelegd gekregen wegens overschrijding van de maximumsnelheid met 12 km/h op 10 april 2016. De betrokkene, die als kentekenhouder wordt aangemerkt, voerde aan dat zij een licentiehouder is van [B] Group en dat het voertuig ten tijde van de overtreding was verhuurd aan [C]. De betrokkene overhandigde een huurovereenkomst ter onderbouwing van haar standpunt.
Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft de zaak beoordeeld aan de hand van artikel 8 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv). Dit artikel stelt dat de officier van justitie de beschikking moet vernietigen indien de kentekenhouder een huurovereenkomst kan overleggen die aantoont wie de huurder was ten tijde van de gedraging. Het hof oordeelde dat de betrokkene voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat zij de verhuuractiviteiten onder de naam van de licentiegever heeft verricht, en dat de huurovereenkomst geldig is.
Het hof vernietigde de beslissing van de kantonrechter en verklaarde het beroep gegrond. De beslissing van de officier van justitie en de inleidende beschikking werden vernietigd, en de betrokkene kreeg recht op restitutie van het door haar gestelde bedrag. Dit arrest is gewezen door mr. Wijma, in tegenwoordigheid van mr. Arntz als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting.