Uitspraak
[appellant],
de curator,
1.Het verdere geding in hoger beroep
2.De vaststaande feiten
in het principaal en het (voorwaardelijk) incidenteel appel
3.Het geschil en de beslissing in eerste aanleg
4.De beoordeling van de grieven en de vordering
beperkingvan de voordeelstoerekening tot € 7.000,-. Zijn tweede grief stelt aan de orde dat de rechtbank ten onrechte zijn beroep op verrekening met zijn vordering op de boedel aan niet-uitbetaalde afrekening van zijn dienstverband onbesproken heeft gelaten.
toepassingvan de voordeelstoerekening. De tweede grief in het incidenteel appel ziet, voor het geval zijn eerste grief niet slaagt, op de voor de Mercedes Vito genomen waarde van € 14.000,-.
Grief I in principaal appelen de
grieven I en II in incidenteel appellenen zich dan ook voor gezamenlijke behandeling. De vraag of voormelde waarde van € 14.000,- juist is, komt in dat verband hierna aan de orde.
grief II in het principaal appelkomt [appellant] op tegen het door rechtbank onbesproken laten van zijn beroep op verrekening van € 4.588,04 netto aan onbetaald gelaten afrekening van het dienstverband met De Eendracht. Aangezien in het vonnis geen zichtbare aandacht is besteed aan dat verrekeningsberoep, is de grief in dat opzicht terecht voorgesteld. De grief kan, gelet op het navolgende, echter niet tot vernietiging van het vonnis leiden. Ten bewijze van zijn vordering heeft [appellant] slechts verwezen naar de bij memorie van antwoord in incidenteel appel, tevens akte in principaal appel overgelegde brief