ECLI:NL:GHARL:2018:1017
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Persoonsverwisseling en niet-ontvankelijkheid van het openbaar ministerie in strafzaak na overlijden verdachte
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, is op 19 januari 2018 een arrest gewezen in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Overijssel. De zaak betreft een verdachte die zich in 2015 had voorgedaan als een andere persoon, met gebruik van een vals identiteitsbewijs. De verdachte, geboren in Joegoslavië in 1974, werd in 2015 aangehouden voor handel in verdovende middelen. Echter, tijdens de behandeling van de zaak kwam naar voren dat de persoon die zich als verdachte had gepresenteerd, in werkelijkheid de broer van de echte verdachte was, die inmiddels was overleden. Het hof heeft vastgesteld dat de identiteit van de verdachte niet correct was vastgesteld door de politie, aangezien het identiteitsbewijs dat werd gebruikt al meer dan tien jaar verlopen was.
De advocaat-generaal heeft op 18 januari 2018 een bericht gestuurd naar het hof waarin werd aangegeven dat er mogelijk sprake was van een persoonsverwisseling. Dit leidde tot een herziening van de zaak, waarbij de echte verdachte op 19 januari 2018 verscheen met een geldig identiteitsbewijs. Het hof concludeerde dat de persoon die eerder als verdachte was behandeld, in werkelijkheid de overleden broer was. Gezien deze omstandigheden heeft het hof geoordeeld dat het recht tot strafvervolging tegen de echte verdachte was vervallen, conform artikel 69 van het Wetboek van Strafrecht. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank vernietigd en het openbaar ministerie niet-ontvankelijk verklaard in de vervolging van de verdachte.
Deze uitspraak benadrukt het belang van zorgvuldige identiteitsvaststelling in strafzaken en de gevolgen van een persoonsverwisseling voor de vervolging.