Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster in hoger beroep,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 20 november 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep over de verlenging van de ondertoezichtstelling van twee minderjarigen, [de minderjarige1] en [de minderjarige2], die voortkwam uit een eerdere beschikking van de rechtbank Noord-Nederland. De moeder, verzoekster in hoger beroep, heeft het gezag over de kinderen, terwijl de vader, die de kinderen op 2 mei 2018 heeft erkend, geen gezag uitoefent en derhalve niet als belanghebbende in de procedure is aangemerkt. Het hof heeft vastgesteld dat de moeder positieve stappen heeft gezet in haar ontwikkeling, maar dat er nog steeds ernstige bedreigingen zijn voor de ontwikkeling van de kinderen, onder andere door de invloed van de vader en de onveilige opvoedingsomgeving. De moeder heeft verzocht om de verlenging van de ondertoezichtstelling af te wijzen, maar het hof heeft geoordeeld dat de zorg voor de kinderen nog steeds noodzakelijk is en dat de ondertoezichtstelling moet worden voortgezet. De beslissing van het hof is om de eerdere beschikkingen van de kinderrechter te bekrachtigen, waarbij de ondertoezichtstelling van beide kinderen is verlengd tot 12 april 2019.