ECLI:NL:GHARL:2018:10448
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- J. van Schuijlenburg
- M. Stoop
- Rechtspraak.nl
Bevestiging van de beslissing van de kantonrechter inzake administratief beroep WAHV
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 3 december 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de kantonrechter van de rechtbank Gelderland van 7 juli 2016. De zaak betreft een administratief beroep onder de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV). De gemachtigde van de betrokkene had de gronden van het administratief beroep gehandhaafd, maar de kantonrechter heeft deze mededeling niet als beroepsgrond aangemerkt. Het hof oordeelt dat de kantonrechter terecht heeft geoordeeld dat de mededeling van de gemachtigde geen redenen bevatte die de indiener van het beroepschrift had om de beslissing van de officier van justitie te vernietigen. Het hof bevestigt dat de kantonrechter niet verplicht is om ambtshalve de rechtmatigheid van de beslissing van de officier van justitie te beoordelen, tenzij het gaat om kwesties van openbare orde. De gemachtigde heeft niet voldoende onderbouwd waarom de beslissing van de officier van justitie niet juist was, waardoor de kantonrechter de mededeling niet als beroepsgrond kon beschouwen. Het hof concludeert dat de aangevoerde bezwaren tegen de beslissing van de kantonrechter geen doel treffen en bevestigt de beslissing van de kantonrechter. Het verzoek om proceskostenvergoeding wordt afgewezen, omdat de betrokkene niet in het gelijk wordt gesteld.