Beoordeling
1. Aan de betrokkene is als kentekenhouder bij inleidende beschikking een administratieve sanctie van € 90,- opgelegd ter zake van “parkeren in strijd met parkeerverbod/parkeerverbodszone (bord E1)”, welke gedraging zou zijn verricht op
6 januari 2016 om 12:32uur op het Amstelplein te Amsterdam met het voertuig met het kenteken [00-YY-YY] .
2. De gemachtigde van de betrokkene stelt zich op het standpunt dat de kantonrechter de door hem aangevoerde beroepsgrond - inhoudende dat het voertuig op een plek stond die niet valt binnen het werkingsgebied van bord E1 - niet heeft begrepen, nu de kantonrechter heeft overwogen dat het voertuig stond op het trottoir en dat daarom is gehandeld in strijd met het parkeerverbod. Kennelijk meent de kantonrechter ten onrechte dat het trottoir gelijk staat aan de rijbaan. Uit Google Streetview volgt dat de plaats waar het voertuig van de betrokkene stond als een ander weggedeelte kan worden aangemerkt. Dit houdt in dat de onderhavige gedraging niet is verricht. In reactie op het verweerschrift van de vertegenwoordiger van de advocaat-generaal heeft de gemachtigde nog aangevoerd dat als het voertuig van de betrokkene op het trottoir zou hebben gestaan, bord E1 geen werking heeft. Uit de door de advocaat-generaal in het geding gebrachte printjes blijkt dat het gaat om een van de rijbaan afgescheiden weggedeelte. Van een rijbaan is dan ook geen sprake. Onder verwijzing naar een tweetal arresten van het hof (ECLI:NL:GHARL:2017:9067 en ECLI:NL:GHARL:2016:3927) voert de gemachtigde aan dat het trottoir niet behoort tot de rijbaan. Voor het opleggen van een sanctie met feitcode R315B is geen ruimte, omdat het desbetreffende weggedeelte moet worden aangemerkt als "ander weggedeelte" in de zin van artikel 10 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990). 3. Voor zover de gemachtigde naar voren heeft gebracht dat zijn standpunt door de kantonrechter onjuist is weergegeven, stelt het hof vast dat de gemachtigde in zijn beroepschrift d.d. 21 juni 2017 heeft aangevoerd dat het voertuig van de betrokkene op een plek stond die niet valt binnen het werkingsgebied van het verkeersbord en dat het verkeersbord uitsluitend werking heeft op de rijbaan en niet op andere tot de weg behorende weggedeelten, zoals de berm. De kantonrechter heeft geoordeeld dat het voertuig van de betrokkene op het trottoir stond geparkeerd. Weliswaar heeft de kantonrechter bij deze beoordeling betrokken dat het verkeersbord niet geldt voor de berm, maar de strekking van hetgeen de kantonrechter heeft overwogen, is dat het verkeersbord gelding had op de plek waar het voertuig van de betrokkene stond. Hieruit blijkt voldoende dat de kantonrechter de beroepsgronden van de gemachtigde heeft betrokken bij zijn beslissing.
4. De onder 1. genoemde gedraging betreft een overtreding van artikel 62 van het RVV 1990 juncto bord E1 uit bijlage 1 van het RVV 1990. Artikel 62 van het RVV 1990 houdt in:
“Weggebruikers zijn verplicht gevolg te geven aan de verkeerstekens die een gebod of verbod inhouden.”
5. Het bord E1 uit bijlage 1 van het RVV 1990 duidt een algeheel parkeerverbod aan.
6. Artikel 65 van het RVV 1990 luidt als volgt:
“1. Ingeval een weg is verdeeld in rijstroken, kan de toepassing van een verkeersbord worden beperkt tot één of meer rijstroken.
2. De verkeersborden E1, E2 en E3 van bijlage 1 gelden slechts voor de zijde van de weg alwaar zij zijn geplaatst.
3. Het parkeren van een voertuig en het plaatsen van een fiets en van een bromfiets is echter toegestaan op de daartoe bestemde weggedeelten.”
7. Artikel 66, eerste lid, van het RVV 1990 luidt als volgt:
“Indien boven een verkeersbord het woord “zone” is aangebracht en een aanduiding van het gebied van de zone is toegevoegd, geldt het verkeersbord in het aldus aangeduide gebied.”
8. Uit de verklaring van de verbalisant zoals opgenomen in het zaakoverzicht volgt - zakelijk weergegeven - dat het voertuig van de betrokkene niet geparkeerd stond op een als zodanig aangegeven parkeerplaats c.q. parkeervak.
9. In het dossier bevindt zich daarnaast een tweetal foto's van de situatie op het Amstelplein. Op één van de foto's is een bord E1 te zien met daarboven het woord "zone". Op de andere foto is een gedeelte van het Amstelplein te zien. Langs het weggedeelte waar het voertuig van de betrokkene stond geparkeerd zijn meerdere borden E1 geplaatst met pijlen eronder.
10. In het dossier bevindt zich daarnaast een aanvullend proces-verbaal d.d. 2 mei 2016 waarin de verbalisant - onder meer - het volgende verklaart:
"Op woensdag 6 januari 2016, omstreeks 12:32 uur, liep ik, verbalisant, in uniform gekleed en met toezicht en handhaving belast op de openbare weg, Amstelplein, tegenover perceelnummer 1, te Amsterdam. Daar zag ik, verbalisant, dat een blauwe bedrijfsauto met kenteken [00-YY-YY] op een trottoir buiten een parkeervak stond geparkeerd. Ik zag dat het motorvoertuig geparkeerd stond in strijd met parkeerverbodszone (bord E1)."
11. Bij het aanvullend proces-verbaal is een viertal uitdraaien uit Google Streetview overgelegd, alsmede een foto van het voertuig van de betrokkene en een foto van het ter plekke geplaatste bord E1 met daarboven het woord "zone".
12. Bij het verweerschrift heeft de vertegenwoordiger van de advocaat-generaal een drietal prints uit Google Streetview overgelegd van het Amstelplein. Op de tweede print is een gehandicaptenparkeervak te zien dat is aangeduid middels een bord E6 en een middels witte belijning op het wegdek aangebracht parkeervak. Op de derde uitdraai is een, wederom middels witte belijning, op het wegdek aangebracht parkeervak te zien, bestemd voor laden en lossen, met daarnaast een bord E7.
13. De vertegenwoordiger van de advocaat-generaal heeft zich - onder meer - op het standpunt gesteld dat de feitcode gewijzigd dient te worden in R315B, inhoudende "als bestuurder van een motorvoertuig niet de rijbaan gebruiken."
14. Het hof merkt allereerst op dat in casu niet in geschil is dat er sprake is van parkeren en dat dit is gebeurd in een gebied dat wordt beheerst door een parkeerverbodszone, aangegeven middels bebording E1. De vraag waar het hof zich thans voor gesteld ziet, is of het parkeerverbod werking had op de plaats waar het voertuig van de betrokkene stond geparkeerd.
15. De foto's in samenhang bezien, stelt het hof onder verwijzing naar de uitdraai van Google Maps op de vierde pagina van het verweerschrift van de advocaat-generaal, vast dat het voertuig van de betrokkene geparkeerd stond op een, met grijze en donkergrijze stenen belegd, gedeelte van het Amstelplein. Het voertuig van de betrokkene stond geparkeerd in het verlengde van de haag die aan de achterzijde van dit plein is gesitueerd.
16. De gemachtigde meent dat uit Google Streetview volgt dat het bord E1 geen werking had op deze plaats. Het hof volgt de gemachtigde hierin niet. Raadpleging van Google Streetview leert dat de plek waar het voertuig van de betrokkene stond onderdeel uitmaakt van een weg die leidt naar verderop gelegen parkeerkelders. Dat de rand van deze weg, waar het voertuig van de betrokkene stond, is voorzien van stenen in een andere kleur dan die van het middelste gedeelte van de rijbaan, maakt dit niet anders. Het gedeelte waar het voertuig van de betrokkene was geparkeerd, is op geen enkele wijze afgescheiden van de rijbaan en kan niet worden aangemerkt als een berm, een trottoir of een ander weggedeelte, zoals de gemachtigde meent. Gelet op de ligging van dit weggedeelte binnen de zone E1, mocht hier niet worden geparkeerd. Voor zover desalniettemin twijfel mogelijk zou zijn over de vraag of op het betreffende weggedeelte toch zou mogen worden geparkeerd, wordt deze twijfel weggenomen door de plaatsing van borden E1 met pijlen langs het weggedeelte waar de betrokkene zijn voertuig had geparkeerd.
17. Van de uitzondering op het algehele parkeerverbod ter plekke, zoals omschreven in artikel 65, derde lid, van het RVV 1990, is geen sprake. De foto's geven weer dat het Amstelplein is ingericht met meerdere parkeervakken, zijnde aldus tot parkeren bestemde weggedeelten. De betrokkene stond niet in één van deze vakken. Nu vaststaat dat de betrokkene zijn voertuig heeft geparkeerd op het weggedeelte dat onderdeel uitmaakt van de rijbaan, terwijl het verboden was aldaar te parkeren vanwege het door middel van bord E1 "zone" aangeduide parkeerverbod, staat vast dat de gedraging is verricht. Omdat de betrokkene niet op het trottoir heeft geparkeerd, is er ook geen aanleiding voor wijziging van de feitcode, zoals door de vertegenwoordiger van de advocaat-generaal is verzocht.
18. Nu de gedraging is verricht en geen feiten of omstandigheden zijn gesteld of gebleken die aanleiding geven tot het matigen of vernietigen van de sanctie, zal het hof overgaan tot het bevestigen van de beslissing van de kantonrechter, met verbetering van gronden.
19. Nu de betrokkene niet in het gelijk wordt gesteld, zal het hof het verzoek tot vergoeding van kosten afwijzen.