Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
[appellante],
[geïntimeerde],
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om een hoger beroep dat is ingesteld door [appellante] tegen een vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Noord-Nederland, waarin haar vordering tot teruggave van een Onyx-beeldje werd afgewezen. Het hof dient te beoordelen of het hoger beroep ontvankelijk is, waarbij de appelgrens van € 1.750,- in het geding is. Het hof constateert dat de waarde van het beeldje objectief gezien minder is dan deze appelgrens. Hoewel [appellante] stelt dat het beeldje een bijzondere emotionele waarde heeft, is dit niet aannemelijk gemaakt. Het hof concludeert dat er duidelijke aanwijzingen zijn dat de vordering geen hogere waarde vertegenwoordigt dan € 1.750,-. Daarom wordt het hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard en wordt [appellante] veroordeeld in de kosten van het geding in hoger beroep.