ECLI:NL:GHARL:2018:10862

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
13 december 2018
Publicatiedatum
13 december 2018
Zaaknummer
200.247.398/01
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • R. Prakke-Nieuwenhuizen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding arbeidsovereenkomst op g-grond in geval van verstoorde arbeidsverhouding door (echt)scheiding tussen werkneemster en directeur

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 13 december 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep inzake de ontbinding van een arbeidsovereenkomst op g-grond. De verzoekende partij, vertegenwoordigd door advocaat mr. B.J.H.L. Brouwer, had hoger beroep ingesteld tegen een beschikking van de rechtbank Gelderland, die op 20 juni 2018 was gegeven. De zaak betrof een verstoorde arbeidsverhouding tussen de werkneemster en de directeur van de BV, die ook haar echtgenoot was. De vraag die centraal stond was of de ontbinding van de arbeidsovereenkomst gerechtvaardigd was in het licht van de (echt)scheiding tussen de partijen.

Tijdens de procedure in hoger beroep heeft de verzoekende partij op 29 november 2018 een journaalbericht ingediend waarin het verzoek tot hoger beroep werd ingetrokken. Hierdoor zijn de gronden voor het hoger beroep komen te vervallen. Het hof heeft vastgesteld dat er binnen de gestelde termijn geen incidenteel hoger beroep is ingesteld door de andere partijen.

Gelet op deze omstandigheden heeft het hof besloten om de verzoekende partij niet-ontvankelijk te verklaren in het verzoek in hoger beroep. De beschikking is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier, en de uitspraak is gedaan door mr. R. Prakke-Nieuwenhuizen.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN

zittingslocatie Arnhem
afdeling civiel recht
zaaknummer 200.247.398/01
(zaaknummer rechtbank Gelderland, zittingsplaats Zutphen, 6651049)

beschikking van 13 december 2018

inzake

[verzoeker] ,

wonende te [woonplaats] ,
verzoekende partij in hoger beroep,
advocaat: mr. B.J.H.L. Brouwer te Apeldoorn,
en

[belanghebbende 1] ,

wonende te [woonplaats] ,
belanghebbende,
en

[belanghebbende 2] ,

wonende te [woonplaats] ,
belanghebbende,
en

[belanghebbende 3] ,

wonende te [woonplaats] ,
belanghebbende,
en

[belanghebbende 4] ,

wonende te [woonplaats] ,
belanghebbende.

Het geding in eerste aanleg en in hoger beroep

Het verloop van het geding in eerste aanleg en in hoger beroep blijkt uit
- de beschikking van de rechtbank Gelderland (Zutphen) van 20 juni 2018;
- het beroepschrift;
- het journaalbericht van 29 november 2018 inzake het intrekken van het verzoek van
mr. B.J.H.L. Brouwer.

De motivering van de beslissing

Nu de verzoekende partij het hoger beroep heeft ingetrokken, zijn de gronden daaraan ontvallen en zal het hof appellant niet-ontvankelijk verklaren.
Binnen de daartoe gestelde termijn is geen incidenteel hoger beroep ingesteld.

De beslissing

Het hof, beschikkende in hoger beroep:
verklaart appellant niet-ontvankelijk in het verzoek in hoger beroep.
Deze beschikking is gegeven door mr. R. Prakke-Nieuwenhuizen en is op 13 december 2018 uitgesproken in het openbaar in tegenwoordigheid van de griffier.