ECLI:NL:GHARL:2018:11052
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- A.W. Steeg
- Ch.E. Bethlem
- J. Ekelmans
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep over onverschuldigde betaling tussen vader en zoon met betrekking tot terugbetaling van een geldlening
In deze zaak gaat het om een hoger beroep dat is ingesteld door de vader tegen de zoon, waarbij de vader een bedrag van € 20.000 vordert dat hij aan de zoon heeft betaald. De vader stelt dat deze betaling onverschuldigd was, omdat de zoon het bedrag niet rechtstreeks aan hem heeft terugbetaald, maar mogelijk aan de moeder, die de echtelijke woning had verlaten. De zaak heeft een lange voorgeschiedenis, waarbij de vader in eerste aanleg een vordering tot terugbetaling heeft ingesteld op basis van een geldlening. De kantonrechter heeft in eerste instantie de vordering van de vader toegewezen, maar de zoon heeft verzet aangetekend en in een later vonnis is de vordering van de vader afgewezen. In hoger beroep heeft het hof de zaak opnieuw beoordeeld, waarbij het hof heeft vastgesteld dat de betaling van € 20.000 door de vader aan de zoon onverschuldigd was. De zoon heeft aangevoerd dat hij het bedrag in gedeelten heeft betaald aan de moeder, maar het hof heeft geoordeeld dat de zoon onvoldoende bewijs heeft geleverd om deze stelling te onderbouwen. Het hof heeft de vader in het gelijk gesteld en de zoon veroordeeld tot terugbetaling van € 19.350, vermeerderd met wettelijke rente. De kosten van beide instanties zijn gecompenseerd, gezien de familierechtelijke relatie tussen partijen.