ECLI:NL:GHARL:2018:1539
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- M. Sekeris
- M. Wijmenga
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring van de kantonrechter inzake beroepschrift en hersteltermijn
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de beslissing van de kantonrechter van de rechtbank Limburg, die op 17 maart 2016 het beroep van de betrokkene niet-ontvankelijk heeft verklaard. De kantonrechter oordeelde dat het verzuim om de gronden van het beroep op te geven niet binnen de gestelde termijn was hersteld. De gemachtigde van de betrokkene heeft hiertegen hoger beroep ingesteld en betoogd dat de termijn van één week voor het herstellen van het verzuim onaanvaardbaar kort was.
Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft de zaak beoordeeld en vastgesteld dat de gemachtigde niet een redelijke termijn heeft gekregen om de gronden van het beroep aan te voeren. Het hof verwijst naar artikel 6:5 van de Algemene wet bestuursrecht, dat vereist dat een beroepschrift de gronden van het beroep bevat. Het hof concludeert dat de kantonrechter ten onrechte het beroep niet-ontvankelijk heeft verklaard, omdat de termijn voor herstel van het verzuim niet redelijk was.
Het hof vernietigt de beslissing van de kantonrechter en stelt de gemachtigde in de gelegenheid om binnen vier weken na dagtekening van het arrest gronden in te dienen tegen de beslissing van de officier van justitie. Het hof houdt iedere verdere beslissing aan, wat betekent dat er nog geen definitieve uitspraak is gedaan over de inhoudelijke zaak.