ECLI:NL:GHARL:2018:2095

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
5 maart 2018
Publicatiedatum
5 maart 2018
Zaaknummer
WAHV 200.182.156
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • M. Anjewierden
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake administratieve sanctie voor snelheidsovertreding met verhuurd voertuig

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 5 maart 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een beslissing van de kantonrechter van de rechtbank Midden-Nederland. De betrokkene, [betrokkene] Gmbh & Co. Kg, had hoger beroep ingesteld tegen de beslissing van de kantonrechter die zijn beroep tegen een administratieve sanctie van € 184,- ongegrond had verklaard. Deze sanctie was opgelegd wegens een snelheidsovertreding op 12 februari 2015, waarbij het voertuig met kenteken [00-YY-00] op de A2 te Baambrugge was gefotografeerd. De betrokkene voerde aan dat het voertuig ten tijde van de overtreding was verhuurd en dat de sanctie daarom niet aan hem, maar aan de huurder opgelegd diende te worden.

De betrokkene overhandigde een huurovereenkomst en een rekening als bewijs dat hij als franchisenemer van [B] GmbH & Co. de huurovereenkomst had gesloten. Het hof oordeelde dat de huurovereenkomst voldeed aan de eisen van artikel 8, aanhef en onder b, van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv). Dit artikel biedt de mogelijkheid voor kentekenhouders om een disculpatiemogelijkheid aan te voeren indien zij kunnen aantonen dat het voertuig op het moment van de overtreding was verhuurd.

Het hof concludeerde dat de betrokkene als kentekenhouder een beroep kon doen op deze disculpatiemogelijkheid en vernietigde de beslissing van de kantonrechter. Het hof verklaarde het beroep gegrond en vernietigde de beslissing van de officier van justitie, evenals de beschikking waarbij de administratieve sanctie was opgelegd. Tevens werd bepaald dat de door de betrokkene gestelde zekerheid door de advocaat-generaal aan hem diende te worden gerestitueerd.

Uitspraak

WAHV 200.182.156
5 maart 2018
CJIB 187640455
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
zittingsplaats Leeuwarden
Arrest
op het hoger beroep tegen de beslissing
van de kantonrechter van de rechtbank Midden-Nederland
van 12 oktober 2015
betreffende
[betrokkene] Gmbh & Co. Kg (hierna te noemen: betrokkene),
gevestigd te [A] (Bondsrepubliek Duitsland).

De beslissing van de kantonrechter

De kantonrechter heeft het beroep van de betrokkene tegen de door de Centrale Verwerking Openbaar Ministerie namens de officier van justitie genomen beslissing ongegrond verklaard.

Het procesverloop

De betrokkene heeft tegen de beslissing van de kantonrechter hoger beroep ingesteld.
De advocaat-generaal is in de gelegenheid gesteld een verweerschrift in te dienen. Hiervan is geen gebruik gemaakt.

Beoordeling

1. Aan de betrokkene is als kentekenhouder bij inleidende beschikking een administratieve sanctie van € 184,- opgelegd ter zake van “Overschrijding maximum snelheid op autosnelwegen, met 22 km/h (verkeersbord A1)”, welke gedraging zou zijn verricht op 12 februari 2015 om 4:53 uur op de A2 links (trajectcontrole) te Baambrugge met het voertuig met het kenteken [00-YY-00] .
2. Namens de betrokkene is in hoger beroep aangevoerd dat het voertuig ten tijde van de gedraging was verhuurd, zodat de sanctie niet moet worden opgelegd aan de betrokkene maar aan de huurder. De betrokkene heeft op geen enkel moment de gelegenheid gehad om de gedraging te voorkomen. Als bijlage bij het hoger beroepschrift is een huurovereenkomst gevoegd, alsmede een rekening. Deze documenten bevatten alle benodigde gegevens van de huurder.
3. Artikel 8, aanhef en onder b, van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv) luidt - voor zover hier van belang - als volgt:
“De officier van justitie vernietigt de beschikking indien, in het geval van artikel 5, degene op wiens naam het kenteken in het kentekenregister is ingeschreven een voor een termijn van ten hoogste drie maanden schriftelijk bedrijfsmatig aangegane huurovereenkomst overlegt waaruit blijkt wie ten tijde van de gedraging de huurder van het motorrijtuig was”.
4. Het is onbetwist dat het voertuig op naam staat van [betrokkene] Gmbh & Co. Kg, zodat [betrokkene] Gmbh & Co. Kg als kentekenhouder een beroep kan doen op artikel 8 van de Wahv.
5. Uit de namens de betrokkene overgelegde huuroverkomst blijkt dat het voertuig met voormeld kenteken in de periode van 3 februari 2015 tot en met 28 februari 2016 was verhuurd door [B] GmbH & Co.
6. De vraag die thans ter beoordeling ligt is of voornoemde huurovereenkomst is aan te merken als een huurovereenkomst in de zin van artikel 8, aanhef en onder b, van de Wahv.
7. Het hof stelt vast dat de betrokkene voor de beroepschriften gebruik heeft gemaakt van het briefpapier van [B] . Blijkens het gebezigde briefpapier is de betrokkene een franchisenemer van [B] . Voorts staat op het briefpapier de website van de betrokkene vermeld. Op deze website is het onder andere mogelijk om auto's te huren. Indien men de optie "mieten" selecteert wordt doorgelinkt naar de website van [B] . Gelet op het voorgaande is bij het hof geen twijfel over de omstandigheid dat de betrokkene als franchiseonderneming verbonden is aan [B] . Bij dergelijk constructies is het gebruikelijk dat de franchisenemer (de betrokkene) de naam van de franchisegever ( [B] ) mag gebruiken. De betrokkene verricht zijn verhuuractiviteiten onder de naam van [B] , hetgeen meebrengt dat de huurovereenkomsten ook op die naam wordt gesloten. De onder 5. genoemde huurovereenkomst is derhalve aan te merken als een huurovereenkomst in de zin van artikel 8, aanhef en onder b, van de Wahv.
8. Het voorgaande brengt mee dat aan de betrokkene een disculpatiemogelijkheid in de zin van artikel 8, aanhef en onder b, van de Wahv toekomt. Het hof zal derhalve de beslissing van de kantonrechter vernietigen en zal doen hetgeen de kantonrechter had behoren te doen, te weten het beroep gegrond verklaren en de beslissing van de officier van justitie alsmede de inleidende beschikking vernietigen.

Beslissing

Het gerechtshof:
vernietigt de beslissing van de kantonrechter;
verklaart het beroep gegrond;
vernietigt de beslissing van de officier van justitie, alsmede de beschikking waarbij onder CJIB-nummer 187640455 de administratieve sanctie is opgelegd;
bepaalt dat hetgeen door de betrokkene op de voet van artikel 11 van de Wahv tot zekerheid is gesteld door de advocaat-generaal aan hem wordt gerestitueerd.
Dit arrest is gewezen door mr. Anjewierden, in tegenwoordigheid van mr. Starreveld als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting.