ECLI:NL:GHARL:2018:2099
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- mr. Wijma
- mr. Pranger
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen beslissing kantonrechter over onnodig geluid veroorzaken met motorvoertuig
Op 5 maart 2018 heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden uitspraak gedaan in een hoger beroep tegen de beslissing van de kantonrechter van de rechtbank Rotterdam, die op 9 mei 2016 het beroep van de betrokkene ongegrond had verklaard. De zaak betreft een administratieve sanctie van € 370,- die aan de betrokkene was opgelegd voor het veroorzaken van onnodig geluid met zijn motorvoertuig op 7 september 2015 te Dordrecht. De betrokkene ontkende onnodig geluid te hebben geproduceerd en beklaagde zich over de bejegening door de verbalisant(en).
Het hof oordeelde dat de klachten over de bejegening buiten de reikwijdte van de procedure vallen en zich enkel richtte op de vraag of de gedraging had plaatsgevonden en of de sanctie moest worden gematigd of achterwege gelaten. De gedraging was gebaseerd op artikel 57 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990, dat het veroorzaken van onnodig geluid door bestuurders van motorvoertuigen verbiedt.
Het hof concludeerde dat de verklaring van de verbalisant voldoende grondslag bood voor de vaststelling van de gedraging. De betrokkene had geen specifieke feiten of omstandigheden aangevoerd die aanleiding gaven om aan de verklaring van de verbalisant te twijfelen. Het hof bevestigde de beslissing van de kantonrechter en oordeelde dat de betrokkene verantwoordelijk was voor het veroorzaken van onnodig geluid, ongeacht zijn verklaring dat zijn voet van de koppeling was geschoten.
De beslissing van het hof was om de eerdere uitspraak van de kantonrechter te bevestigen, waarmee de sanctie van € 370,- gehandhaafd bleef.