3.1Het hof gaat in hoger beroep uit van de feiten zoals die zijn beschreven in de rechtsoverwegingen 2.1 tot en met 2.22 van het vonnis van 4 maart 2015. Daarmee staat het volgende vast.
3.1.1[geïntimeerde] heeft meerdere kleinschalige eenmansbedrijven geëxploiteerd met betrekking tot handel in brocante, designmeubelen en kachels. Hij exploiteert nu een eenmansbedrijf in [D] en handelt onder meer in kachels.
3.1.2De Haan Directie en Management is een vennootschap die zich bezighoudt met dienstverlening op het gebied van fusie en overname van bedrijven en met financiële dienstverlening in algemene zin. Enig aandeelhouder van deze vennootschap is [appellant3] Wijnjewoude Beheer. [appellant1] is enig bestuurder van beide vennootschappen en enig aandeelhouder van de vennootschap [appellant3] Wijnjewoude Beheer.
3.1.3[geïntimeerde] en [appellant1] zijn in 2003 bevriend geraakt. Rond die tijd dreef [geïntimeerde] een eenmansbedrijf in [A] . Door slechte bedrijfsresultaten was hij genoodzaakt de bedrijfsvoering te staken. Hij beleef achter met een aanzienlijke schuldenlast, waaronder achterstallige huurtermijnen. In verband met dat laatste heeft [appellant1] zich indertijd voor [geïntimeerde] ingezet voor bemiddeling met de verhuurder.
3.1.4[geïntimeerde] slaagde er in de jaren 2003 tot 2009 niet in om van zijn schuldenlast af te komen. Medio 2009 kampte hij met een totale schuld van ongeveer € 38.000,-. Rond oktober 2009 heeft hij met [appellant1] mondeling afgesproken dat [appellant1] zich ervoor zou inzetten de bestaande schulden van [geïntimeerde] te saneren, althans dat hij betalingsregelingen zou treffen met de schuldeisers. In dat kader heeft [geïntimeerde] [appellant1] in een e-mail van 15 oktober 2009 een overzicht van zijn schulden gestuurd. Het ging om de volgende schulden.
- gemeente Hardenberg € 18.000,-
- IB-groep Groningen € 5.500,-
- Menzis ziektekostenverzekering
€1.500,-
- Gouden Gids € 1.200,-
- Centraal Justitieel Incassobureau € 1.000,-
- V.O.F. Drieweg
€11.000,-.
3.1.5In de periode van november 2009 tot juni 2010 heeft [geïntimeerde] e-mails naar [appellant1] gezonden, waarin hij onder meer zijn zorgen uitsprak over zijn schulden en bij [appellant1] informeerde naar de stand van zaken met betrekking tot de schuldeisers. Ook maakte [geïntimeerde] melding van een aanzienlijke door hem te ontvangen geldsom als voorschot op zijn erfenis, in verband met de verkoop van het woonhuis van zijn moeder.
3.1.6In een e-mail van 7 juni 2010 heeft [appellant1] [geïntimeerde] een brief van 7 juni 2010 gezonden met betrekking tot de oplossing van zijn schuldenproblematiek (productie 75). In de brief, die het opschrift "concept" draagt, schrijft hij onder meer het volgende.
Inzake: werkzaamheden inzake schuldsanering en ontwikkeling bedrijfsplan
Problematiek
Door tegenvallende bedrijfsresultaten over een reeks van jaren is er een schuldpositie opgebouwd die gesaneerd dient te gaan worden. Op basis van tegenvallende bedrijfsresultaten dient tevens de bedrijfsvoering aangepast te gaan worden. [...]
Oplossingsvariant
Als eerste dienen de bestaande schuldeisers te worden afgekocht. Deze werkzaamheden zijn opgestart en zullen op termijn tot finale kwijting leiden. Dit proces vergt tijd en een goede timing in de uitvoering. Geduld en goed communiceren is dus een must.
Resumerend
- Het saneren van de schulden
- In samenwerking het ontwikkelen van een bedrijfsplan dat de basis is voor toekomstig perspectief en vertrouwen op zakelijk en persoonlijk gebied
Elke inspanning of investering in de bestaande situatie zal zijn doel missen omdat de huidige bedrijfsvoering over lange reeks van jaren verliesgevend is geweest.
- De nu beschikbare financiële middelen dienen niet in de bestaande bodemloze put te verdwijnen, maar als investering te worden ingezet om de huidige schulden te saneren en een nieuwe bedrijfsplan met toekomstperspectief op te zetten.
- De grootste investering die je momenteel moet plegen is het creëren van ruimte en rust en het afzien van impulsieve ingevingen […]
3.1.7In een e-mail van 9 juni 2010 heeft [appellant1] aan [geïntimeerde] het volgende geschreven:
[...]
Hierbij ontvang je de informatie over de BV's waarvan ik directeur ben. De werkmaatschappij is de Haan directie en management bv vanuit deze bv voer ik de werkzaamheden uit in het kader van de sanering en het opstellen en uitwerken van de bedrijfsplannen. De [appellant3] Wijnjewoude Beheer bv wordt gebruikt om geld te stallen en wederom uit te lenen of te beleggen. Gezien de huidige marktomstandigheden is beleggen veel te risicovol en in dit geval niet van toepassing.
Het rekeningnummer is [...]
3.1.8Op 11 juni 2010 heeft [geïntimeerde] zijn erfdeel op zijn bankrekening gestort gekregen, van in totaal € 72.071,95. Vervolgens heeft [geïntimeerde] op 14 juni 2010 € 50.000,- naar de rekening van De Haan Wijnjewoude Beheer overgemaakt.
3.1.9[appellant1] heeft hierna gezegd dat hij de werkafspraken geformaliseerd wilde hebben. Hij heeft een brief d.d. 14 juni 2010 geschreven met als titel "Werkafspraken" (productie 73). In deze brief, die door [geïntimeerde] is ondertekend, is onder meer het volgende vermeld.
Inzake: uitvoering werkzaamheden inzake schuldsanering en ontwikkeling bedrijfsplan
Van u zijn de bovenstaande werkzaamheden aangenomen. Het karakter van de overeengekomen werkzaamheden is op basis van een inspanningsverplichting. Het beschikbare budget is 60.000 euro. Dit bedrag is door u gestort op ABN Amro rekening [...]
De aard en de aanleiding van de overeenkomst zijn vastgelegd in de conceptbrief van 7 juni 2010 en de brief van 14 juni 2010. De te saneren oude schulden zijn als bijlage in deze werkafspraken toegevoegd.
Het doel van de overeenkomst is kort samengevat; het saneren van de bestaande schulden, het ontwikkelen van een toekomstig bedrijfsplan en het overbruggen van de periode tot invoering van het nieuwe bedrijfsplan. [...]
Van de voortgang van de werkzaamheden wordt u middels de voorgangsrapportage op de hoogte gehouden.
Deze overeenkomst eindigt op 31 december 2012.
3.1.10Daarna heeft [geïntimeerde] op 17 juni 2010 nog € 6.200,- naar de rekening van De Haan Wijnjewoude Beheer B.V. overgemaakt. Dit bedrag is gebruikt voor de koop van een door [geïntimeerde] te gebruiken bestelauto. Die is aanvankelijk op naam van [appellant1] gesteld, maar later op naam van [geïntimeerde] .
3.1.11In de periode van augustus 2010 tot en met september 2010 heeft [geïntimeerde] drie e-mails aan [appellant1] gezonden, waarin hij [appellant1] laat weten dat deurwaarders dreigen met beslaglegging. Hij informeert naar de voortgang van de schuldsanering en vraagt [appellant1] hoe één en ander verder moet. Ook heeft [geïntimeerde] [appellant1] verzocht geld aan hem over te maken voor de betaling van successierecht en - in verband met teruglopende verkoop - een bedrag aan leefgeld voor [geïntimeerde] .
3.1.12Op 12 december 2010 vond een bespreking plaats tussen [appellant1] en [geïntimeerde] . Naar aanleiding daarvan heeft [appellant1] [geïntimeerde] op 3 januari 2011 een e-mail gestuurd waarin de bedrijfsvoering van [geïntimeerde] uitvoerig wordt omschreven. Met betrekking tot de schuldsanering is vermeld:
"Voorts zal ondergetekende de per overeenkomst vastgelegde schulden trachten af te kopen. De schulden zijn per eiser met schuld vastgelegd. De termijn om één en ander te realiseren is gesteld op 2012".
3.1.13In reactie op deze e-mail heeft [geïntimeerde] op 6 januari 2011 het volgende aan [appellant1] gemaild.
Onze meningen blijken nogal uit elkaar te lopen, ik hoop van harte dat we daar uitkomen.
Je werpt je op als mijn "curator" waar ik meen dat je gewoon mijn raadgever bent. Je schrijft over leningen van jou aan mij, die bestaan niet.
Ik kan en wil ieder moment over mijn eigen geld beschikken, wat op een rekening van jou geparkeerd staat, als dat nodig is naar mijn opvatting.
Onze afspraak is alleen dat je zou proberen mijn schulden te regelen met dat geld, daar is bij mijn weten geen termijn voor vastgesteld. Ik verbaas me over genoemde eind 2012. Ik weet dat je je inzet voor me, maar dit kan natuurlijk niet.
Ik overweeg om allen maar gewoon te betalen, nu lopen na 14 maanden onderhandelen, met helaas geen resultaat, de vorderingen alleen maar op.
3.1.14In nadere correspondentie op 19 en 20 januari 2011 schrijft [geïntimeerde] :
Ik verwacht eigenlijk een verslag over de voortgang met de schuldeisers.
3.1.15Op 21 januari 2011 ontvangt hij een uitvoerige e-mail van [appellant1] waarin onder andere het volgende staat.
De Haan directie en management heeft per 14 juni 2010 een aangenomen werkovereenkomst gesloten inzake werkzaamheden ten behoeve van schuldsanering en het opstellen van een bedrijfsplan en aanvullende advisering. De afgesproken vergoedingssom is door jou grotendeels gedaan middels een overschrijving op ABN Amro rekening van de Haan directie en management bv. Deze overeenkomst eindigt op 31 december 2012.
3.1.16Op 9 maart 2011 schrijft [geïntimeerde] aan [appellant1] :
[...]
Ik heb sinds enige maanden moeite met je e-mail/brieven. Er staan volgens mij allerlei dingen in die jij en ik niet zijn overeengekomen, die niet kloppen met de werkelijkheid. Je hulp/bemiddeling heeft tot nu toe geen enkel resultaat gehad en ik word opnieuw geplaagd door deurwaarders en de bijkomende kosten rijzen de pan uit. Ik begon je te wantrouwen. [...]
3.1.17Op 14 maart 2011 heeft [appellant1] hierop gereageerd met een uitgebreide verhandeling over de bedrijfsvoering van [geïntimeerde] en het volgende.
Ten aanzien van het geld dat jij kreeg uit de erfenis zijn wij overeengekomen dat dit bedrag wordt betaald aan mij om te proberen de oude schulden af te kopen en het adviseren bij de opbouw van jouw nieuwe onderneming. De oude vorderingen zijn als bijlagen aan de werkafspraken gevoegd. Bovenstaande werkzaamheden heb ik van jou in opdracht gekregen op aangenomen werkbasis. Voor het oplossen van jouw problemen is tijd nodig. [... ]
3.1.18In de periode nadien tot en met de maand januari 2012 is veel tussen partijen gecorrespondeerd. [geïntimeerde] vraagt daarbij telkens opheldering en bewijs van [appellant1] in verband met door hem gemaakte afspraken met de schuldeisers van [geïntimeerde] . Ook vraagt [geïntimeerde] [appellant1] veelvuldig om bedragen naar hem over te maken, waarvan hij schulden kan betalen en van kan leven. In zijn reacties schreef [appellant1] op 23 maart 2011 onder meer het volgende.
In alinea 3 over de door jou betaalde aangenomen werkovereenkomst het volgende. In de aanloop naar onze werkafspraken met hierin opgenomen de aangenomen werkovereenkomst tussen ons, heb jij voorgesteld om de som op een te nieuwe te openen bankrekening te storten en via een europas erover te kunnen beschikken. Over deze rekening zou jij zelf dan de beslissingsbevoegdheid krijgen. Het doel van de door jouw voorgestelde constructie was het onttrekken van geld aan de schuldeisers, de gemeente Hardenberg en de belastingdienst. Ik heb jou deze constructie afgeraden omdat deze in strijd is met het Nederlands recht. Over deze kwestie hebben wij uitvoerig overleg gepleegd. [...]
Het stond jou vrij om jouw plannen uit te voeren om een rekening buiten het zicht van de genoemde instanties te openen, In plaats van de door jou voorgestelde constructie heb ik het voorstel gedaan, zoals vastgelegd in de werkafspraken. [...]
Het klopt dat we geen honorarium overeen zijn gekomen. Dit is een rechtstreeks gevolg van het feit dat er sprake is van een aangenomen werkovereenkomst. Ook de werkzaamheden die ik voor jou in het verleden heb verricht zijn zonder afspraken over honorarium afgewikkeld. De werkzaamheden aan de Drieweg zijn betaald door jou in natura [...]
Ten aanzien van bijvoorbeeld de boetes, ik heb maar één boete van je gekregen en die is allang betaald. Met betrekking tot de overige kleine schulden heb ik jou direct meegedeeld dat deze dienen te worden betaald uit de bedrijfswinst.
3.1.19In de periode van maart 2012 tot en met juni 2012 is de correspondentie tussen partijen min of meer op dezelfde voet vervolgd. [geïntimeerde] heeft daarbij in maart 2012 - vanwege het uitblijven van enig resultaat - zijn twijfels geuit over de betrouwbaarheid van [appellant1] en nadien herhaaldelijk om opheldering over de schuldsanering verzocht. [appellant1] reageerde op 4 mei 2012 met een verhandeling over de bedrijfsvoering van [geïntimeerde] , de tekortkomingen van [geïntimeerde] daarin en met de constatering dat [geïntimeerde] geen bedrijfswinst creëert waarmee de schuldeisers kunnen worden afgekocht. In reactie op dit laatste heeft [geïntimeerde] per ommegaande aan [appellant1] gemaild:
Jij hebt een bedrag van bijna € 60.000,00 daarvoor beschikbaar gekregen, uit erfenis!
3.1.20[appellant1] reageerde daarop met verwijzingen naar de gemaakte werkafspraken en:
Het bedrag is onjuist en valt volgens gemaakte werkafspraken onder betaling aangenomen werk.
3.1.21Verder meldde [appellant1] in verband met de afhandeling van de schuldeisers:
De vaststelling van het beschikbare budget voor aflossing is mij onbekend door het ontbreken van beschikbare informatie op basis van jaarverslagen. De betalingen aan de schuldeisers dienen uit uw bedrijfsresultaten te komen. Dit conform de gemaakte werkafspraken [...].
3.1.22Op 7 juni 2012 schreef [geïntimeerde] per e-mail het volgende aan [appellant1] .
Onze overeenkomst, aanvankelijk mondelijk, informeel, dateert van november 2009. Het is nu juni 2012 en wij zijn geheel verzand in discussie "wel of niet", jouw zienswijze tegenover de mijne. Geen enkele regeling met de 4-5 schuldeisers is verwezenlijkt door jou, de totale som van de vorderingen bedroeg destijds +- € 38.00 [bedoeld is kennelijk, € 38.000,-, hof] en intussen heb ik meermaals van ander geld regelingen/betalingen moet doen, omdat de deurwaarders bleven aandringen bij mij.
Ik stelde je, in staat door die erfenis, een bedrag van € 56.500 beschikbaar in juni 2010, om daarmee al die schulden te regelen. Er werd toen ook een bedrijfsauto aangeschaft, op jouw naam, in mijn houderschap.
Meermaals heb ik je gevraagd een overzicht te sturen over de contacten/al of niet regelingen, correspondentie, met de schuldeisers. Je liet mij geheel tot op heden in het ongewisse.
Geen enkel stuk, bewijs van onderhandeling, betaling, aflossing ontvangen. Het aan jouw overgemaakte bedrag was bedoeld om de schuldeisers op een of ander manier te betalen, maar in de loop van de afgelopen jaren zie ik in je emails dat je het bedrag beschouwt als een "vergoeding" voor je al of niet bestaande activiteiten voor mij. Je schrijft ook o.a. over "leningen " van jouw aan mij. Je activiteiten voor mijn zaak zijn tot juni 2010 aantoonbaar, daarna zie ik alleen, in allerlei e-mails dat je je inkleedt, ik ben nu schijnbaar alleen een zakelijke cliënt, waar je je bemiddeling voor het gestorte bedrag doet en aan mij laat hoe ik schuldeisers alsnog tevreden stel. Dit was natuurlijk nooit de bedoeling van onze overeenkomst. Dit is gewoon diefstal.
3.1.23In juni 2012 heeft [geïntimeerde] zich gewend tot zijn rechtsbijstandsverzekeraar. Deze heeft [appellant1] in een brief van 13 juni 2012 aangeschreven en hem daarbij om opheldering gevraagd over de gang van zaken. Aangezien de inmenging van de rechtsbijstandsverzekeraar geen effect had, heeft [geïntimeerde] zich gewend tot zijn huidige gemachtigde. Deze heeft [appellant1] op 25 maart 2013 op diverse gronden aangesproken en heeft hem verzocht een bedrag van € 65.665,29 (de door [geïntimeerde] betaalde geldsom, vermeerderd met rente) aan [geïntimeerde] te betalen. Vanwege het uitblijven van enige reactie is [appellant1] op 29 april 2013 nog een keer tot betaling gesommeerd. [appellant1] heeft geen gevolg gegeven aan de sommatie, en heeft er ook niet inhoudelijk op gereageerd.