Uitspraak
De beslissing van de kantonrechter
Beoordeling
Het proces-verbaal luidt, voor zover hier van belang, als volgt:
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een beslissing van de kantonrechter van de rechtbank Den Haag, waarbij een administratieve sanctie van € 230,- was opgelegd aan de betrokkene voor het vasthouden van een mobiele telefoon tijdens het rijden. De gedraging zou hebben plaatsgevonden op 21 mei 2014 op de Ypenburgse Stationsweg te 's-Gravenhage. De gemachtigde van de betrokkene stelde dat de verbalisant had aangegeven dat er geen sanctie zou worden opgelegd, wat de betrokkene in de veronderstelling bracht dat hij niet beboet zou worden. De verbalisant had echter geen aankondiging van beschikking uitgereikt en er was onduidelijkheid over de waarneming van de verbalisant.
Het hof oordeelt dat de verbalisant onvoldoende duidelijkheid heeft verschaft over de reden waarom er geen aankondiging van beschikking is gegeven. De betrokkene had gerechtvaardigd vertrouwen dat er geen sanctie zou volgen, wat het hof meeneemt in zijn beoordeling. De beslissing van de kantonrechter wordt vernietigd, en het hof verklaart het beroep gegrond. Tevens wordt de advocaat-generaal veroordeeld tot het vergoeden van de proceskosten van de betrokkene, vastgesteld op € 501,-.
Het hof benadrukt dat de procedure rondom het opleggen van sancties helder moet zijn en dat de rechten van de betrokkene gewaarborgd moeten worden. De uitspraak onderstreept het belang van duidelijke communicatie door verbalisanten en de noodzaak om aan de wettelijke vereisten te voldoen bij het opleggen van administratieve sancties.