In deze zaak gaat het om een hoger beroep van een appellant tegen Regiobank N.V. betreffende een hypothecair krediet dat in 2001 is afgesloten. De appellant, die in eerste aanleg eiser was, stelt dat Regiobank tekort is geschoten in haar zorgplicht door hem niet te waarschuwen voor de risico's van inkomensterugval door werkloosheid en/of blijvende invaliditeit. De rechtbank had eerder geoordeeld dat de kredietverstrekker niet aansprakelijk was, omdat de inkomensdaling van de appellant ten tijde van het aangaan van de lening niet voorzienbaar was. Het hof bevestigt deze uitspraak en oordeelt dat Regiobank voldoende gegevens heeft verstrekt en niet in strijd heeft gehandeld met de Gedragscode Hypothecaire Financieringen (GHF 2001). Het hof concludeert dat de appellant zelf verantwoordelijk was voor het inschatten van de risico's van de lening, vooral gezien het feit dat hij werd bijgestaan door een adviseur van Deelshurk Assurantiën. De grieven van de appellant worden verworpen, en het hof bekrachtigt het vonnis van de rechtbank, waarbij de appellant wordt veroordeeld in de kosten van het hoger beroep.