Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- het herstelexploit,
- de indiening van een nadere productie door Aurea op 16 januari 2018,
3.De vaststaande feiten
rief Ivoert Aurea aan dat de feitenvaststelling door de kantonrechter incompleet is. Die grief faalt. De rechter is niet gehouden om alle feiten die tussen partijen vast staan op te nemen in zijn uitspraak, maar is vrij in het maken van een selectie daaruit. Voorts zal het hof de feiten in hoger beroep opnieuw vaststellen zodat Aurea ook belang mist bij haar grief.
In de overeenkomst zijn de volgende door Aurea te verrichten werkzaamheden aangevinkt: administratie, salarisadministratie, jaarrekening en de aangiften IB, aangiften OB, aangiften LH en aangiften VPB.
In het vak bestemd voor "bijzonderheden" is voorgedrukt opgenomen:
“
Afspraak: € 700,-p/m voor 3 BV's ".
“Fiscale werkzaamheden buiten budget (inzake HJ en Van Es)”,vervolgens op 5 juni 2013 een factuur (nr. 61798) van
“aanvullend voorschot 2013”en op 16 augustus 2013 een factuur (nr. 62041) van € 575,96 voor
“verrichte werkzaamheden conform specificatie”.Deze facturen zijn door Café 1e Rang ontvangen.
“Ik heb vernomen van [C] dat je moeite hebt met de extra facturatie. Ik heb destijds met jou gesproken over administrtaie(lees: administratie, hof)
2013 en het voorschot was daarop gebaseerd. Echter veel van deze werkzaamheden zijn extra fiscale werkzaamheden geweest ( periode 2009/2011 ) m.b.t. de niet ( op tijd ) of helemaal niet gedane werkzaamheden van jouw oude boekhouder.
Deze facturen heeft Café 1e Rang ontvangen.
4.Het geschil en de beslissing in eerste aanleg
In reconventie heeft zij gevorderd –samengevat- veroordeling van Aurea tot afgifte van alle stukken betreffende Café 1e Rang welke in bezit zijn van Aurea, afleveren van de jaarstukken 2014, betaling van een schadevergoeding van € 3.025,- vanwege het opnieuw moeten opmaken van de cijfers over 2014 en betaling van € 2.300,41 op grond van onverschuldigde betaling, met veroordeling van Aurea in de kosten van de procedure.
In reconventie heeft de kantonrechter Aurea veroordeeld tot afgifte aan Café 1e Rang van een USB-stick met daarop de administratie van Café 1e Rang, onder afwijzing van het meer of anders gevorderde. De kantonrechter heeft overwogen dat Café 1e Rang geen nadeel heeft geleden doordat Aurea de jaarcijfers over 2014 nog niet had opgemaakt en dat Café 1e Rang wel gebonden is aan de mondeling afgesproken verhoging van het maandelijkse voorschot.
In conventie is Aurea veroordeeld in de proceskosten en in reconventie zijn de proceskosten gecompenseerd.
5.De beoordeling van de grieven en de vordering
grieven II en IIIbeogen aan het hof in volle omvang de vraag voor te leggen de vraag of Café 1e Rang de (13) facturen dient te voldoen waarvan Aurea in deze procedure de betaling vordert. Deze grieven lenen zich voor gezamenlijke behandeling.
- nr. 62182 (STORNO) d.d. 10 oktober 2013 ten bedrage van € 1.486,50 met als
“voorschot 10/13 + extra voorschot 10/13”,- nr. 62278 d.d. 1 november 2013 ten bedrage van € 786,50 met als omschrijving
“
extra voorschot conform afspraak MvS/BvO,- nr. 62401 d.d. 2 december 2013 ten bedrage van € 786,50 met als omschrijving
“
extra voorschot conform afspraak”,
“aanvullend voorschot 2013”,
“aanvullend voorschot ivm sorteren en organiseren administratie”,- nr. 63106 d.d. 5 mei 2014 ten bedrage van € 925,65 met als omschrijving
“aanvullend voorschot werkzaamheden boekjaar 2013”.
Het hof overweegt dat de omschrijving van de betaling op het door Café 1e Rang daarvan overgelegde bankafschrift (bijlage bij prod. 3 CvA/CvE) strookt met de lezing van Aurea en niet met die van Café 1e Rang. Het afschrift vermeldt namelijk dat de betaling betrekking heeft op een maandelijks voorschot en nog een tweetal andere factuurnummers. Het betaalde bedrag komt verder ook niet overeen met de helft van de eerste drie facturen. Tijdens de comparitie heeft Café 1e Rang voor de afwijkende betalingsomschrijving en voor het niet overeenkomen van de betaling met de helft van de eerste drie facturen, geen verklaring kunnen geven. Daarmee heeft Café 1e Rang haar stelling dat zij die facturen heeft voldaan, niet genoegzaam onderbouwd en kan (dus) niet van die betaling worden uitgegaan. Nu Aurea niet heeft aangevoerd dat de regeling is komen te vervallen, is Café 1e Rang van voormelde facturen op grond van de gemaakte afspraak aan Aurea dan een bedrag verschuldigd van € 1.781,54 (incl. btw), zodat die facturen tot dat bedrag toewijsbaar zijn.
In hoger beroep heeft Aurea haar vordering uit hoofde van extra werkzaamheden berekend op een bedrag van € 17.117,- incl. kantoorkosten en btw (randnr. 4.42 MvG en prod. 23 MvG). Daarmee resteert aan werkzaamheden die onder de opdracht vielen, maar niet zijn voldaan uit de voorschotbetalingen een bedrag van € 19.938,75 - € 17.117,- = € 2.821,75.
De inhoud van die berichten luidt als volgt:
kan ik die hiermee verrekenenkan je me dat uitleggen.”
Artikel 5 van de algemene voorwaarden luidt, voor zover hier van belang, als volgt:
“Indien tijdens de opdracht werkzaamheden zijn verricht ten behoeve van het beroep of bedrijf van de oprachtgever die niet vallen onder de werkzaamheden zoals overeengekomen in de opdrachtbevestiging, wordt aan de daarop betrekking hebbende aantekeningen in de administratie van Aurea het vermoeden ontleend dat deze werkzaamheden in incidentele opdracht van opdrachtgever zijn verricht. Deze aantekeningen dienen betrekking te hebben op tussentijds overleg van opdrachtgever en Aurea.”Aurea heeft zich niet beroepen op specifieke aantekeningen uit haar administratie waaruit kan blijken van tussentijds overleg tussen partijen als bedoeld in de laatste zin van de bepaling en het hof is van dergelijke aantekeningen ook niet gebleken.
Die stelling wordt verworpen. Dergelijke verklaringen, waarover hierna meer, kunnen in beginsel niet worden beschouwd als “aantekeningen in de administratie” als bedoeld in de algemene voorwaarden; het gaat immers niet om bescheiden die onderdeel vormen van de administratie van Aurea. Aurea heeft verder geen omstandigheden aangevoerd die de conclusie kunnen dragen dat de bepaling zo ruim dient te worden uitgelegd als Aurea kennelijk doet.
Voor het geval Aurea met die verklaringen heeft beoogd zich (subsidiair) te beroepen op een stilzwijgend door Café 1e Rang aan haar verstrekte opdracht tot het verrichten van extra werkzaamheden, geldt dat Aurea haar stellingen daarvoor onvoldoende heeft uitgewerkt. De omstandigheid dat Café 1e Rang er bij herhaling op zou zijn gewezen dat zij haar administratie op een andere manier diende aan te leveren en dat de wijze waarop zij dat deed zou leiden tot kostenverhoging(en) – wat Café 1e Rang overigens heeft betwist -, is niet voldoende voor het kunnen aannemen van een stilzwijgende opdracht tot het verrichten van extra werkzaamheden. Daarvoor zou tevens nodig zijn dat Aurea Café 1e Rang heeft geïnformeerd over de omvang van de aan die extra werkzaaamheden bij benadering verbonden kosten.
Het dient voor risico van Aurea te komen dat zij extra werkzaamheden is gaan verrichten, zonder daartoe opdracht te hebben verkregen van Café 1e Rang.
Ook de gevorderde en niet afzonderlijk betwiste buitengerechtelijke kosten zullen worden toegewezen, met dien verstande dat die kosten (15%) alleen zullen worden berekend over het in hoofdsom toewijsbare bedrag en exclusief btw nu Aurea aftrek van btw zal hebben. Over die buitengerechtelijke kosten zal verder geen wettelijke rente worden toegewezen, nu niet is gesteld dat (en wanneer) die kosten zijn voldaan.
Die vordering tot afgifte wijkt echter af van de in eerste aanleg uitgesproken veroordeling van Aurea tot afgifte van de USB-stick met daarop de boekhouding - een veroordeling waaraan Aurea heeft voldaan-, en verdraagt zich dus niet met de verzochte bekrachtiging van het bestreden vonnis.