Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster in hoger beroep,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de moeder tegen de beschikking van de rechtbank Noord-Nederland, waarbij de uithuisplaatsing van haar twee minderjarige kinderen, [de minderjarige1] en [de minderjarige2], is verlengd. De kinderen zijn sinds 3 januari 2017 geplaatst bij pleegouders, nadat ernstige zorgen waren gerezen over de opvoedingssituatie bij de moeder. De moeder heeft in hoger beroep verzocht om de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing te weigeren en om de GI te verplichten onderzoek te doen naar haar mogelijkheden om voor de kinderen te zorgen.
Het hof heeft de procedure in hoger beroep behandeld op 6 maart 2018, waarbij de moeder in persoon aanwezig was, bijgestaan door haar advocaat. De GI en de pleegouders waren ook aanwezig, maar de vader van de kinderen was niet verschenen. Het hof heeft vastgesteld dat de zorgen over de opvoedingsvaardigheden van de moeder al jaren bestaan en dat eerdere hulpverleningstrajecten niet tot verbetering hebben geleid. De kinderen zijn in hun ontwikkeling ernstig achterop geraakt door de onveilige en verwaarlozende thuissituatie.
Het hof oordeelt dat de uithuisplaatsing noodzakelijk is voor de verzorging en opvoeding van de kinderen. De moeder is niet in staat om een veilige en stimulerende omgeving te bieden. De pleegouders bieden de kinderen de benodigde zorg en ondersteuning, en de kinderen hebben zich goed ontwikkeld in hun huidige situatie. Het hof bekrachtigt de beschikking van de kinderrechter en verklaart de moeder niet-ontvankelijk in haar verzoek om onderzoek naar haar mogelijkheden voor de verzorging van de kinderen.