Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN
17 april 2018
[Z](hierna: belanghebbende)
heffingsambtenaarvan de
gemeente Emmen(hierna: de heffingsambtenaar)
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 17 april 2018 uitspraak gedaan in het hoger beroep van belanghebbende, [X] [Z], tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 30 maart 2017. De zaak betreft de vastgestelde waarde van de onroerende zaak, een twee-onder-een-kap woning gelegen aan de [a-straat] 27 te [Z], die per waardepeildatum 1 januari 2015 was vastgesteld op € 223.000 door de heffingsambtenaar van de gemeente Emmen. Belanghebbende was het niet eens met deze waardebepaling en heeft hiertegen bezwaar aangetekend, wat door de heffingsambtenaar werd afgewezen. De rechtbank heeft het beroep van belanghebbende ongegrond verklaard, waarna belanghebbende hoger beroep heeft ingesteld.
Tijdens de zitting op 27 maart 2018 heeft het Hof de argumenten van beide partijen gehoord. Belanghebbende betwistte de hoogte van de vastgestelde waarde en voerde aan dat de waardestijging ten opzichte van het vorige jaar te hoog was, en dat de zonnepanelen niet in aanmerking genomen mochten worden bij de waardebepaling. De heffingsambtenaar verdedigde de vastgestelde waarde en stelde dat deze aannemelijk was gemaakt door middel van een taxatierapport van taxateur ing. [A].
Het Hof oordeelde dat de heffingsambtenaar voldoende bewijs had geleverd voor de vastgestelde waarde en dat de zonnepanelen terecht waren meegenomen in de waardebepaling. Het Hof bevestigde de uitspraak van de rechtbank en verklaarde het hoger beroep ongegrond. De beslissing werd openbaar uitgesproken en er werd geen griffierecht of proceskostenvergoeding toegewezen.