In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de maatschap [X] [Z] tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland, waarin de rechtbank de uitspraak van de heffingsambtenaar van de gemeente Franekeradeel heeft bevestigd. De heffingsambtenaar had een aanslag leges opgelegd van € 9.703,13 voor een aanvraag om een omgevingsvergunning voor het bouwen van een windturbine. De rechtbank verklaarde het beroep van belanghebbende ongegrond, waarna belanghebbende in hoger beroep ging. De heffingsambtenaar had de leges opgelegd omdat de aanvraag voor de omgevingsvergunning in strijd was met het bestemmingsplan. Belanghebbende betwistte de hoogte van de leges en stelde dat de aanvraag van een omgevingsvergunning ook een aanvraag voor een afwijking van het bestemmingsplan inhield. Het hof oordeelde dat de aanvraag voor de omgevingsvergunning terecht was behandeld en dat de leges correct waren opgelegd. Het hof bevestigde de uitspraak van de rechtbank en verklaarde het hoger beroep ongegrond. De beslissing werd openbaar uitgesproken op 3 januari 2018.