ECLI:NL:GHARL:2018:3841

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
20 april 2018
Publicatiedatum
24 april 2018
Zaaknummer
21-002907-17
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake het voorhanden hebben van een pistoolmitrailleur en kogelpatronen

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 20 april 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Midden-Nederland. De verdachte, geboren in 1987 en wonende te [woonplaats], had hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van 29 mei 2017, waarin hij was veroordeeld voor het voorhanden hebben van een pistoolmitrailleur en kogelpatronen. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank vernietigd en opnieuw recht gedaan. De tenlastelegging betrof het voorhanden hebben van een pistoolmitrailleur van het merk Glock, model 19C, kaliber 9x19 mm, en 25 scherpe patronen van kaliber 9x19 mm. Tijdens de zitting op 6 april 2018 heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal gehoord en de verdediging van de verdachte, vertegenwoordigd door mr. L. de Leon, in overweging genomen.

Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte zich bewust was van het bezit van het vuurwapen en de munitie, ondanks zijn verweer dat hij niet wist dat het een pistoolmitrailleur betrof. Het hof oordeelde dat de verdachte het tenlastegelegde feit wettig en overtuigend bewezen achtte. De strafbaarheid van de verdachte werd bevestigd, en het hof legde een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van negen maanden op, in overeenstemming met de richtlijnen voor strafoplegging bij het voorhanden hebben van vuurwapens. Het hof heeft geen strafverzwarende omstandigheden gevonden, maar heeft wel rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals zijn zorg voor zijn alleenstaande moeder en zijn moeite met het vinden van werk.

Daarnaast heeft het hof beslist dat de in beslag genomen pistoolmitrailleur en munitie aan het verkeer zullen worden onttrokken, terwijl andere in beslag genomen voorwerpen, zoals een Blackberry en een Apple iPhone, aan de verdachte zullen worden teruggegeven. Het hof heeft de uitspraak gedaan in aanwezigheid van de voorzitter en de griffier, waarbij de verdachte niet aanwezig was.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-002907-17
Uitspraak d.d.: 20 april 2018
TEGENSPRAAK

Verkort arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken

gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Midden-Nederland van 29 mei 2017 met parketnummer 16-659124-17 in de strafzaak tegen

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [1987] ,
wonende te [woonplaats] .

Het hoger beroep

De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 6 april 2018 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd. Het hof heeft voorts kennis genomen van hetgeen door verdachte en zijn raadsman, mr. L. de Leon, naar voren is gebracht.

Het vonnis waarvan beroep

Het hof zal het vonnis waarvan beroep om proceseconomische redenen vernietigen en daarom opnieuw rechtdoen.

De tenlastelegging

Aan verdachte is – na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting in eerste aanleg – tenlastegelegd dat:
hij op of omstreeks 03 februari 2017 te [plaats] , althans in het arrondissement Midden-Nederland, een of meer vuurwapens van categorie II sub 2, te weten een pistoolmitrailleur (merk/type Glock, model 19C, kaliber 9x19 mm), en/of een hoeveelheid munitie van categorie III, te weten 25 scherpe patronen (verdeeld over twee patroonmagazijnen) (merken R-P en/of P.M.C., kaliber 9x19 mm), voorhanden heeft gehad.
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Overweging met betrekking tot het bewijs

De raadsman heeft aangevoerd dat verdachte niet wist dat het wapen dat hij in zijn handen heeft gehad een pistoolmitrailleur was en dat er dus sprake is van verontschuldigbare onbewustheid ten aanzien van het volautomatische karakter van het wapen.
Het hof verwerpt het verweer en overweegt daarbij in het bijzonder dat het hof uit de bewijsmiddelen, zoals deze later in de eventueel op te maken aanvulling op dit arrest zullen worden opgenomen, afleidt dat verdachte zich er bewust van was dat hij het betreffende vuurwapen en munitie in zijn woning had liggen. Hij heeft dit vuurwapen en de munitie gezien en in handen gehad voordat hij het vuurwapen en de munitie verborg. Niet vereist is dat de bewustheid van verdachte zich uitstrekte tot alle specifieke eigenschappen en kenmerken van het vuurwapen dat in zijn woning is aangetroffen.

Bewezenverklaring

Door wettige bewijsmiddelen, waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, acht het hof wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op
of omstreeks03 februari 2017 te [plaats] ,
althans in het arrondissement Midden-Nederland,een
of meervuurwapen
svan categorie II sub 2, te weten een pistoolmitrailleur (merk/type Glock, model 19C, kaliber 9x19 mm), en
/ofeen hoeveelheid munitie van categorie III, te weten 25 scherpe patronen (verdeeld over twee patroonmagazijnen) (merken R-P en
/ofP.M.C., kaliber 9x19 mm), voorhanden heeft gehad.
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.

Strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezen verklaarde levert op:
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een wapen van categorie II
en
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie.

Strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.

Oplegging van straf en/of maatregel

De hierna te melden strafoplegging is in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Het hof heeft bij de straftoemeting in het bijzonder in aanmerking genomen – en vindt daarin de redenen die tot de keuze van een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf van de hierna aan te geven duur leiden – de volgende omstandigheden.
Het wapen en de munitie zijn bij een huiszoeking in de woning van verdachte aangetroffen.
Het hof hecht geen geloof aan het betoog van verdachte dat hij de pistoolmitrailleur met (daarbij behorende) 25 kogelpatronen in een park heeft gevonden maar de politie niet heeft gewaarschuwd omdat de politie de vondst niet zou geloven.
Voor het voorhanden hebben van een automatisch vuurwapen (en munitie) is volgens de rechterlijke oriëntatiepunten voor de straftoemeting het uitgangspunt voor strafoplegging een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 9 maanden. Vuurwapens vormen immers een onaanvaardbaar risico en een aanzienlijke bedreiging voor de veiligheid van personen in de samenleving. Het hof merkt op dat vuurwapens, met name dit soort automatische wapens, meer en meer gebruikt worden bij het plegen van ernstige strafbare feiten. Daarom moet streng worden opgetreden tegen het onbevoegd voorhanden hebben van vuurwapens met (daarbij behorende) munitie.
Het hof ziet geen strafverzwarende omstandigheden. Uit het uittreksel Justitiële Documentatie betreffende verdachte van 6 maart 2018 blijkt weliswaar dat verdachte eerder is veroordeeld maar dat is langer geleden.
In het kader van mogelijke strafmatigende omstandigheden is verder van belang dat het hof kennis heeft genomen van de persoonlijke omstandigheden van verdachte, zoals weergegeven in het dossier en zoals door verdachte en zijn raadsman ter terechtzitting toegelicht, alsmede met het rapport van Reclassering Nederland van 30 maart 2017. Volgens verdachte heeft hij de zorg voor het huishouden en daarnaast helpt hij dagelijks zijn alleenstaande moeder met onder andere haar boodschappen. Hij heeft moeite met het vinden van werk in verband met zijn strafblad. Het hof ziet in dit al geen aanleiding om af te wijken van het uitgangspunt van negen maanden onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Deze gevangenisstraf acht het hof passend en geboden.

Beslag

Het tenlastegelegde en bewezenverklaarde is begaan met betrekking tot de hierna te noemen inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten het pistoolmitrailleur en 25 patronen. Zij zullen aan het verkeer worden onttrokken aangezien het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet.
De onder verdachte in beslag genomen voorwerpen, te weten een Blackberry en een Apple IPhone, zullen aan verdachte worden teruggegeven.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

Het hof heeft gelet op de artikelen 36b en 36c van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 26 en 55 van de Wet wapens en munitie.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
9 (negen) maanden.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, of artikel 27a van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Beveelt de
onttrekking aan het verkeervan de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
- een pistoolmitrailleur van het merk Glock, type 19C, kaliber 9mm;
- 25 patronen.
Gelast de
teruggaveaan de verdachte van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
- een Blackberry;
- een Apple IPhone, type 6.
Heft op het - geschorste - bevel tot voorlopige hechtenis.
Aldus gewezen door
mr. A. van Waarden, voorzitter,
mr. J.A.W. Lensing en mr. M.S. Groenhuijsen, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. H.J. Rosmalen-Jansen, griffier,
en op 20 april 2018 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
mr. M.S. Groenhuijsen is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.
Proces-verbaal van het in dezelfde zaak voorgevallene ter openbare terechtzitting van het gerechtshof van 20 april 2018.
Tegenwoordig:
mr. J.A.W. Lensing, voorzitter,
mr. J.W.M. Grimbergen, advocaat-generaal,
mr. J.G. Bresser, griffier.
De voorzitter doet de zaak uitroepen.
De verdachte is niet in de zaal van de terechtzitting aanwezig.
De voorzitter spreekt het arrest uit.
Waarvan is opgemaakt dit proces-verbaal, dat door de voorzitter en de griffier is vastgesteld en ondertekend.