ECLI:NL:GHARL:2018:3861
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- J. van Schuijlenburg
- M. Stoop
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard wegens ingetrokken sanctie en voorwaarden voor hoger beroep bij dwangsom
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 24 april 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een beslissing van de kantonrechter van de rechtbank Midden-Nederland, die op 13 juli 2017 een dwangsom van € 1260,- had opgelegd aan de betrokkene. De kantonrechter had geoordeeld dat er geen beroep was ingesteld tegen de beslissing van de Centrale Verwerking Openbaar Ministerie, en had het beroep tegen het niet tijdig beslissen op het administratief beroepschrift gegrond verklaard. De officier van justitie heeft hoger beroep ingesteld tegen deze beslissing.
Het hof heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat, volgens de wet, hoger beroep alleen mogelijk is in gevallen waarin de opgelegde sanctie na de beslissing van de kantonrechter meer bedraagt dan € 70,-. Aangezien de inleidende beschikking reeds was ingetrokken door de opsporingsinstantie, was er voor de officier van justitie geen mogelijkheid om hoger beroep in te stellen. Het hof heeft daarom het hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard.
Daarnaast heeft het hof de advocaat-generaal veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van de betrokkene, tot een bedrag van € 125,25. Dit bedrag is vastgesteld op basis van de aard van de zaak en de gemaakte kosten voor het indienen van het verweerschrift. De beslissing van het hof benadrukt de voorwaarden waaronder hoger beroep mogelijk is in zaken die betrekking hebben op dwangsommen en verkeersvoorschriften.