Uitspraak
[appellant] ,
[geïntimeerde],
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- een verklaring voor recht dat [geïntimeerde] inbreuk heeft gemaakt op het auteursrecht van [appellant] op de foto's door de foto's te gebruiken voor het maken van websites voor haarzelf en haar klanten, door de foto’s op haar eigen website te publiceren, en door het plaatsen op haar eigen site van hyperlinks naar de websites van haar klanten waar de foto's ook stonden;
- de vergoeding van een totaalbedrag van € 2.025,47 bovenop het reeds in eerste aanleg toegewezen betaalde bedrag van € 166,80;
- de betaling van een bedrag van € 357,- aan buitengerechtelijke kosten;
- de proceskosten van [appellant] overeenkomstig artikel 1019h RV, te vermeerderen met de nakosten;
- alles te vermeerderen met de wettelijke rente over de genoemde bedragen vanaf de dag der dagvaarding.
3.De vaststaande feiten
3.De vordering en beslissing in eerste aanleg
4.De ontvankelijkheid van het hoger beroep tegen het comparitievonnis
5.De beoordeling van de grieven en de vordering
grief 1wil [appellant] onder meer ingang doen vinden dat de handelingen die [geïntimeerde] heeft gedaan ten behoeve van Prefab en DSN die het mogelijk maken dat de bewuste foto's op de respectievelijke websites te zien waren, een afzonderlijke inbreuk op het auteursrecht vormen, waarvoor [geïntimeerde] naast Prefab (en DSN) een afzonderlijke vergoeding is verschuldigd.
grieven 2 en 3vechten de motivering aan van de parameters die de kantonrechter heeft gebruikt om aan de hand van tarievenlijst het juiste bedrag te bepalen. In grief 2 keert [appellant] zich terecht tegen de overweging van de kantonrechter dat de foto op 17 november 2015 is geplaatst. Dit is een duidelijke vergissing en uitgegaan dient te worden van de datum van de onder 2.5 genoemde sommatie, derhalve 7 november 2014. [appellant] beoogt met de grief echter tevergeefs dat wel de - eveneens op een vergissing gebaseerde - door de kantonrechter gememoreerde datum waarop de foto van de website is verwijderd (november 2015) in stand blijft. Gelet op het niet gemotiveerd bestreden verweer in eerste aanleg dat de foto al in november 2014 door [geïntimeerde] van haar website is verwijderd, zal het hof ook van november 2014 als einddatum uitgaan. Per saldo acht het hof dan ook niet aangetoond dat de foto langer dan één jaar op de website te zien is geweest, hetgeen zou hebben geleid tot een hogere vergoeding op grond van de tarievenlijst. Wel doet deze constatering de vraag rijzen of de kantonrechter terecht de tarieven van 2015 heeft toegepast en of niet de oorspronkelijk gevorderde, daarvoor geldende, tarievenlijst van 2013 had moeten worden toegepast. Het hof komt daarop hierna terug.
weergegevenen hoe groter de oplage/ de zichtbaarheid van de foto is, hoe hoger de vergoeding is. Ook dit wijst er geenszins op dat het formaat en/of de resolutie van de oorspronkelijke foto bepalend is voor de hoogte van de vergoeding.
Deze pagina portfolio bereikte de bezoeker door op de domeinnaam te klikken > homepagepagina > Portfolio > Portfolio_in_Beeld_= 3 X klikken =3e niveau."
"de prijzen gelden voor de openings- of homepage van de site. Voor pagina's die 1 niveau dieper liggen: -25% Voor pagina's die 2 niveaus dieper liggen - 50%. Voor pagina's die 3 of meer niveaus dieper liggen - 60%". De kantonrechter heeft de korting van 60% toegepast (althans willen toepassen). Uit de stellingname van [geïntimeerde] , zoals ten pleidooie ook aanschouwelijk gemaakt, blijkt evenwel dat de foto twee niveaus dieper lag dan de homepage (die [geïntimeerde] ten onrechte aanduidt als niveau 1 in de zin van de tarievenlijst) zodat binnen de systematiek van de tarievenlijst hier een korting van 50% in plaats van 60% diende te worden toegepast. Bij de toepasselijkheid van de tarieven 2015 komt dit neer op een bedrag van € 139,-. Dit is nog lager dan het bedrag dat de kantonrechter heeft berekend, omdat de kantonrechter de korting van 60 rekenkundig onjuist heeft vastgesteld. Bij toepassing van het de tarieven 2013 komt het hof uit op een bedrag van € 134,-.
De Nachtwachtdie op een bierviltje niet tot zijn recht komt. Het hof overweegt dat dit betoog in wezen neerkomt op de stelling dat door het kleine formaat de persoonlijkheidsrechten van de maker van de foto worden aangetast. Die rechten berusten evenwel nog altijd bij [C] als maker van de foto en zijn niet aan [appellant] overgedragen. Zo al bij verkleining sprake is van verminking van de oorspronkelijke foto, dan levert dit geen reden op voor toekenning van een hogere vergoeding aan [appellant] .
grief 1en op de gewijzigde eis voorts betoogd dat de link die op de site van [geïntimeerde] aanwezig was naar de sites van Prefab en DSN - als voorbeelden van door [geïntimeerde] gebouwde websites - een extra vergoeding rechtvaardigt, door [appellant] primair gesteld op 150% van de oorspronkelijke factuur van [C] . [appellant] beroept zich in dit verband op het arrest GS Media/ Sanoma van het Hof van Justitie EU (ECLI:EU:C:2016:644)
grief 4keert [appellant] zich tegen de afwijzing van de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten en stelt hij dat hij, gelet op Voorwerk II, recht heeft op vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten ten bedrage van € 357,-. Volgens [appellant] heeft [geïntimeerde] veel verweer gevoerd tegen de sommatie hetgeen de door hem ingeschakelde advocaat meer tijd heeft gekost dan was voorzien, hetgeen zonder meer de toekenning van buitengerechtelijke incassokosten rechtvaardigt.
grief 5keert [appellant] zich tegen de proceskostenbeslissing in eerste aanleg. Hij maakt alsnog aanspraak op vergoeding van de volledige proceskosten.