In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de beslissing van de kantonrechter van de rechtbank Rotterdam, waarbij de betrokkene een administratieve sanctie van € 90,- is opgelegd voor het parkeren langs een gele onderbroken streep op 10 maart 2014. De betrokkene, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde, doet een beroep op overmacht, omdat zijn vrouw op dat moment met hartproblemen in het ziekenhuis moest worden opgenomen. De kantonrechter had het beroep van de betrokkene ongegrond verklaard, waarop de betrokkene in hoger beroep ging.
Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft de zaak beoordeeld en vastgesteld dat de gedraging niet wordt ontkend. De betrokkene had zijn auto geparkeerd om zijn vrouw naar binnen te brengen bij de spoedeisende hulp. Het hof oordeelt dat er geen geslaagd beroep op overmacht is gedaan, omdat de betrokkene ook had kunnen kiezen om zijn vrouw naar binnen te brengen en daarna zijn auto te verplaatsen. Desondanks erkent het hof de bijzondere omstandigheden van de zaak, waaronder de ernstige medische problematiek van de vrouw van de betrokkene, en besluit het bedrag van de sanctie te matigen tot nihil.
Het hof vernietigt de beslissing van de kantonrechter, verklaart het beroep gedeeltelijk gegrond en wijzigt de beslissing van de officier van justitie, zodat het bedrag van de sanctie op nihil wordt vastgesteld. Tevens wordt de advocaat-generaal veroordeeld tot het vergoeden van de proceskosten van de betrokkene, tot een bedrag van € 751,50. Dit arrest is gewezen door mr. Sekeris, in tegenwoordigheid van mr. Starreveld als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting.