Uitspraak
De beslissing van de kantonrechter
Het procesverloop
Als gemachtigde van de advocaat-generaal is verschenen mr. [B] .
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de beslissing van de kantonrechter van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, die op 6 juni 2017 een administratieve sanctie had opgelegd aan de betrokkene wegens overschrijding van de maximumsnelheid. De betrokkene had een boete van € 178,- gekregen voor het rijden met een snelheid van 93 km/h, terwijl de maximumsnelheid ter plaatse 70 km/h was. De betrokkene stelde dat de maximumsnelheid 80 km/h was, omdat hij een bord had gepasseerd dat het einde van de autosnelweg aangaf, en dat er geen nieuw bord was geplaatst om de maximumsnelheid aan te geven.
Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft de zaak behandeld op 30 april 2018. De betrokkene heeft zijn standpunt toegelicht, maar het hof oordeelde dat de werking van het bord A1 met de maximumsnelheid van 70 km/h niet was beëindigd door het bord G2 dat het einde van de autosnelweg aangaf. Het hof concludeerde dat de betrokkene de snelheidsovertreding had begaan en dat de kantonrechter terecht de beslissing had bevestigd. Het verzoek van de betrokkene om vergoeding van kosten werd afgewezen.
Het hof benadrukte dat de gegevens van het CJIB voldoende grondslag bieden voor de vaststelling van de gedraging, tenzij er specifieke feiten zijn die aan de juistheid daarvan twijfelen. In dit geval was er geen reden om aan de gegevens van het CJIB te twijfelen, en de betrokkene had niet kunnen aantonen dat de maximumsnelheid ter plaatse anders was dan vastgesteld. Het hof bevestigde de beslissing van de kantonrechter en wees het verzoek tot vergoeding van kosten af.