ECLI:NL:GHARL:2018:4794
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- W. Wijma
- M. Pranger
- Rechtspraak.nl
Bevestiging van de beslissing van de kantonrechter inzake administratieve sanctie voor het niet afsluiten van een vereiste verzekering voor een bromfiets
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 28 mei 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de kantonrechter van de rechtbank Noord-Nederland, die op 16 juni 2017 een administratieve sanctie had opgelegd aan de betrokkene, de kentekenhouder van een bromfiets. De kantonrechter had de beslissing van de officier van justitie vernietigd en het beroep van de betrokkene gegrond verklaard, maar de sanctie ongegrond verklaard. De kantonrechter had de officier van justitie veroordeeld tot betaling van kosten aan de betrokkene ter hoogte van € 124,-.
De gemachtigde van de betrokkene heeft hoger beroep ingesteld, maar is niet verschenen op de zitting van het hof op 15 mei 2018. De advocaat-generaal heeft geen verweerschrift ingediend. Het hof heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat de kantonrechter terecht geen aanleiding heeft gezien om de opgelegde sanctie te matigen. De gemachtigde heeft in hoger beroep enkel de gronden van de kantonrechter herhaald, zonder nieuwe argumenten aan te voeren die de beslissing van de kantonrechter zouden kunnen ondermijnen.
Het hof heeft vastgesteld dat de kantonrechter in zijn beslissing adequaat is ingegaan op de argumenten van de betrokkene en dat er geen procedurele fouten zijn gemaakt die tot vernietiging van de beslissing zouden kunnen leiden. Het hof heeft daarom de beslissing van de kantonrechter bevestigd, waarbij het benadrukt dat het niet de taak van het hof is om ambtshalve de rechtmatigheid van de beslissing van de kantonrechter te beoordelen, tenzij het gaat om kwesties van openbare orde.