ECLI:NL:GHARL:2018:5466
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- M. van Schuijlenburg
- A. Van der Zee-Venema
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen beslissing kantonrechter over administratieve sanctie voor afslaan zonder richting aan te geven
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de beslissing van de kantonrechter van de rechtbank Den Haag, die op 22 juni 2016 het beroep van de betrokkene ongegrond verklaarde. De betrokkene had een administratieve sanctie van € 90,- opgelegd gekregen voor het afslaan zonder richting aan te geven op 23 juli 2014 op de Rijksweg A13 te Delft. De betrokkene betwistte de sanctie en voerde aan dat hij rechtdoor reed en geen richting had hoeven aangeven. Hij stelde ook dat de kantonrechter niet adequaat op zijn verweer was ingegaan, met name met betrekking tot de locatie van de gedraging en het niet verlenen van de cautie.
Het hof oordeelde dat de kantonrechter in zijn motivering niet voldoende inging op de verweren van de betrokkene. Het hof vernietigde de beslissing van de kantonrechter en beoordeelde de zaak zelf. Het hof concludeerde dat de betrokkene wel degelijk had afslaan in de zin van artikel 17, tweede lid, van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990). De betrokkene had geen richting aangegeven, wat in strijd was met de verkeersregels. Het hof verklaarde het beroep tegen de beslissing van de officier van justitie ongegrond en wees het verzoek tot vergoeding van kosten af.