Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster in hoger beroep,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 1 juni 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep over een verzoek tot gesloten jeugdzorg voor een jeugdige, aangeduid als [verzoekster]. De rechtbank Noord-Nederland had eerder op 25 april 2018 een machtiging gesloten jeugdhulp verleend, maar het hof oordeelde dat de jeugdige niet in persoon was gehoord, wat in strijd is met de wettelijke vereisten. Het hof verwijst naar de Jeugdwet, die bepaalt dat een gedragswetenschapper de jeugdige kort tevoren moet hebben onderzocht voordat een machtiging kan worden verleend. In dit geval was de gedragswetenschapper niet in staat om [verzoekster] persoonlijk te onderzoeken, omdat zij op dat moment onvindbaar was. Het hof concludeert dat het verzoek van het college om een machtiging tot gesloten jeugdzorg af te wijzen is, omdat niet voldaan is aan de strenge eisen die de wet stelt voor een dergelijke maatregel. Het hof vernietigt de beschikking van de kinderrechter voor zover deze betrekking heeft op de periode vanaf 4 juni 2018 en wijst het verzoek van het college af. De beslissing is genomen in het openbaar en is ondertekend door de rechters en de griffier.