ECLI:NL:GHARL:2018:6124

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
3 juli 2018
Publicatiedatum
3 juli 2018
Zaaknummer
200.223.578/01
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Tussenuitspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Opleidingskostenbeding en weigering inwerkperiode tijdens ramadan door werknemer uitzendbureau

In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 3 juli 2018, staat de terugvordering van opleidingskosten centraal. De appellant, een werknemer van een uitzendbureau, weigerde tijdens de ramadan te beginnen met een inwerkperiode voor een functie als buschauffeur. Consolid Openbaar Vervoer B.V., de werkgever, had de opleidingskosten voorgeschoten en vorderde deze terug op basis van een opleidingskostenbeding. De appellant had eerder verklaard beschikbaar te zijn voor de opleiding, maar vroeg om uitstel vanwege de ramadan. Het hof oordeelde dat de appellant onvoldoende gemotiveerd was en dat zijn weigering om eerder te beginnen met de inwerkperiode als verwijtbaar gedrag werd aangemerkt. Het hof liet de appellant toe tot het leveren van tegenbewijs, maar benadrukte dat hij niet alleen kon volstaan met het voorleggen van zijn voorstel aan Qbuzz. De zaak is van belang voor de uitleg van opleidingskostenbedingen en de verplichtingen van werknemers in relatie tot hun beschikbaarheid voor werk.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
locatie Leeuwarden
afdeling civiel recht, handel
zaaknummer gerechtshof 200.223.578/01
(zaaknummer rechtbank Noord-Nederland 5403259 \ CV EXPL 16-7812)
arrest van 3 juli 2018
in de zaak van
[appellant] ,
wonende te [A] ,
appellant,
in eerste aanleg: gedaagde,
hierna:
[appellant],
advocaat: mr. E.J.P. Cats, kantoorhoudend te Emmen,
tegen
Consolid Openbaar Vervoer B.V.,
gevestigd te Hoofddorp,
geïntimeerde,
in eerste aanleg: eiseres,
hierna:
Consolid,
advocaat: mr. C.J. Tijman, kantoorhoudend te Ede.

1.Het geding in eerste aanleg

Voor het geding in eerste aanleg verwijst het hof naar de inhoud van de vonnissen van
28 februari 2017 en 23 mei 2017 die de kantonrechter van de rechtbank Noord-Nederland, locatie Assen, heeft gewezen.

2.Het geding in hoger beroep

2.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding in hoger beroep d.d. 22 augustus 2017 gericht tegen het eindvonnis;
- de memorie van grieven d.d. 21 november 2017;
- de memorie van antwoord d.d. 2 januari 2018;
2.2
Vervolgens hebben partijen de stukken voor het wijzen van arrest overgelegd en heeft het hof arrest bepaald.
2.3
[appellant] vordert in het hoger beroep - kort samengevat - dat het hof het eindvonnis van de kantonrechter vernietigt en de vorderingen van Consolid alsnog zal afwijzen, met veroordeling van Consolid in de kosten van de procedure.

3.De vaststaande feiten

Het hof gaat in hoger beroep uit van de feiten zoals beschreven in de rechtsoverwegingen 2.1 tot en met 2.10 van het tussenvonnis van 28 februari 2017. Samengevat en waar nodig aangevuld met andere feiten die zijn gebleken uit de niet (voldoende) weersproken stellingen van partijen, komen de feiten neer op het volgende neer.
3.1
Consolid is een uitzend- en detacheringsbureau op het gebied van vervoer en veiligheid. Consolid is opdrachtnemer van Qbuzz.
3.2
Op 17 maart 2015 heeft [appellant] , die op dat moment een bijstandsuitkering genoot, deelgenomen aan een selectieprocedure voor een opleidingstraject tot buschauffeur openbaar vervoer met baangarantie bij Qbuzz via Consolid. Op deze dag heeft [appellant] informatie ontvangen over het opleidingsprogramma van drie tot vier maanden dat bestaat uit een rijopleiding buschauffeur bij een rijschool en direct aansluitend een vier weken durend inwerkprogramma bij Qbuzz. Ook is met [appellant] een gesprek gevoerd waarbij zijn beschikbaarheid aan de orde is gekomen. [appellant] heeft verklaard de gehele opleidingsperiode beschikbaar te zullen zijn.
3.3
[appellant] is door de selectieprocedure gekomen en heeft met Consolid een op 31 maart 2015 gedateerde "opleidingsovereenkomst openbaar vervoer" (hierna: de
opleidingsovereenkomst) gesloten. In de opleidingsovereenkomst is daarover, voor zover hier van belang, het volgende overeengekomen:
"3.1. Consolid Openbaar Vervoer voldoet de kosten van de opleiding ten bedrage van € 4250,- vermeerderd met de kosten van eventuele extra lessen en / of herexamens van Cursist. Cursist is gehouden om de opleidingskosten volledig aan Consolid Openbaar Vervoer terug te betalen. (...)
(...)
4.1 (…)
Door op basis van de arbeidsovereenkomst voor Consolid Openbaar Vervoer te werken kan Cursist de opleidingskosten geheel of gedeeltelijk "terugverdienen" en wel op de volgende wijze:
4.2
Krachtens de gewerkte uren voor Consolid Openbaar Vervoer, voortvloeiend uit de arbeidsovereenkomst, wordt een bedrag van € 0,70 per uur in mindering gebracht op de opleidingskosten van Cursist (dus niet ingehouden op salaris), totdat de hoogte van de gehele opleidingskosten is "terugverdiend".
4.2
Indien Cursist 2500 uur voor Consolid Openbaar Vervoer heeft gewerkt, zal een eventuele restschuld worden kwijtgescholden (herexamens en extra lessen zijn hiervan uitgesloten).
(...)".
3.4
Op de opleidingsovereenkomst is het "reglement opleidingen Consolid Openbaar Vervoer" (hierna: het reglement) van toepassing verklaard. Daarin is bepaald, voor zover hier van belang:
"Artikel 6 Terugbetaling opleidingskosten
(...)
c. Cursist dient de volledige dan wel resterende aan Consolid Openbaar Vervoer in rekening gebrachte opleidingskosten aan Consolid Openbaar Vervoer terstond terug te betalen:

bij beëindiging/staking van de opleiding door Consolid Openbaar Vervoer, als gevolg van verwijtbaar gedrag zijdens Cursist;
(...)

indien een opdrachtgever van Consolid Openbaar Vervoer waaraan de cursist uit hoofde van zijn uitzendovereenkomst niet instemt met de terbeschikkingstelling van Cursist, als gevolg van verwijtbaar gedrag van Cursist.
d. Onder verwijtbaar gedrag in de zin van onderdeel c. van dit artikel wordt in ieder geval-
maar niet uitsluitend - verstaan:

een onvoldoende gemotiveerde houding tijdens de sollicitatie/presentatie bij de opdrachtgever;(...)".
3.5
Op 7 april 2015 is [appellant] begonnen met de rijopleiding bij VEC Koops. Op 9 juni 2015 is [appellant] geslaagd voor de opleiding tot buschauffeur en de volgende dag heeft hij een rijbewijs aangevraagd bij de gemeente. Consolid heeft de kosten van de opleiding voorgeschoten, vermeerderd met de kosten van een herexamen ad € 286,58 en verminderd met een scholingsbijdrage van de gemeente Emmen van € 1.000,-.
3.6
[appellant] heeft op 29 mei 2015 telefonisch contact gehad met een medewerkster van Consolid over de mogelijkheid om in verband met de ramadan - die in 2015 duurde van
18 juni tot en met 16 juli 2015 - later te starten met het inwerkprogramma, en wel op 20 juli 2015.
3.7
Op 11 juni 2015 hebben Consolid en [appellant] opnieuw telefonisch contact gehad over de mogelijkheid om vanwege de ramadan later te beginnen. In dat gesprek is [appellant] meegedeeld dat dit niet mogelijk was. Consolid heeft hierover vervolgens gebeld met de klantmanager bij de sociale dienst van de gemeente Emmen, mevrouw [B] , (verder: [B] ) die heeft geregeld dat Consolid en [appellant] in haar aanwezigheid met elkaar in gesprek zouden gaan. Op 29 juni 2015 heeft het gesprek op Werkplein Emmen plaatsgevonden in aanwezigheid van [B] , Consolid en [appellant] . Daarbij is namens Consolid aan [appellant] voorgesteld dat hij gedurende de ramadan halve dagen zou werken. [appellant] heeft dit voorstel toen niet geaccepteerd.
3.8
Op 3 juli 2015 heeft Consolid telefonisch aan [appellant] meegedeeld dat Qbuzz heeft besloten om af te zien van de tewerkstelling van [appellant] omdat Qbuzz van mening is dat [appellant] een onvoldoende gemotiveerde en weinig flexibele kandidaat is. Ook is hem meegedeeld dat [appellant] de kosten van de opleiding moet terugbetalen.
3.9
[B] heeft op 6 juli 2015 de navolgende email aan [appellant] geschreven:
"Hallo [appellant] ,
Zoals ik het heb begrepen in ons gesprek van vorige week zou [C] jouw voorstel voorleggen aan Qbuzz. Zij liet in het gesprek al blijken dat zij niet verwacht dat Qbuzz daar blij mee zou zijn. In dat kader heb ik je al laten weten dat je je voldoende moet inzetten om de aangeboden baan te krijgen. De terugbetaling van de gemaakte kosten voor de opleiding is, voor zover ik het nu in kan schatten een privaatrechtelijke zaak tussen jou en Consolid. Het niet voldoende meewerken om een reële kans op de baan bij Qbuzz via Consolid is vanuit je verplichtingen aan de gemeente maatregelwaardig gedrag. Ook dat hebben we vorige week al besproken. Zoals je weet het ik je intussen overgedragen naar je nieuwe klantmanager [D] . Daarom mail ik dit ook in kopie naar haar."
3.1
Bij brief van 21 juli 2015 heeft Consolid een factuur verzonden voor de kosten van de opleiding met het verzoek om het bedrag binnen 14 dagen over te maken. Omdat betaling is uitgebleven, heeft Consolid haar vordering uit handen gegeven aan een incassogemachtigde.
3.11
[appellant] is met ingang van 1 februari 2016 elders als buschauffeur in dienst getreden.

4.Het geschil en de beslissing in eerste aanleg

4.1
Consolid heeft in eerste aanleg kort samengevat gevorderd dat [appellant] wordt veroordeeld tot betaling van de opleidingskosten, vermeerderd met buitengerechtelijke incassokosten en wettelijke rente, in totaal neerkomende op € 4.045,82.
4.2
[appellant] heeft in eerste aanleg als verweer gevoerd dat hem op 29 juni 2015 niet duidelijk is gemaakt dat hij vóór 17 juli 2015 moest beginnen, dat hij toen zijn verzoek heeft herhaald om later te beginnen en dat Consolid dit aan Qbuzz zou voorleggen. [appellant] stelt dat hij niet heeft hoeven te begrijpen dat het nu of nooit was. Voorts heeft [appellant] gesteld dat Consolid de overeenkomst met hem niet had mogen beëindigen en hem zo nodig bij een ander vervoersbedrijf tewerk had moeten stellen.
4.3
De kantonrechter heeft bij tussenvonnis Consolid opgedragen te bewijzen dat [appellant] heeft geweigerd eerder dan 17 juli 2015 te beginnen met het inwerktraject.
4.4
Bij eindvonnis heeft de kantonrechter het bewijs geleverd geacht en de vordering toegewezen. De kantonrechter heeft overwogen dat [appellant] geen opening had gelaten om, voor het geval Qbuzz niet akkoord zou gaan, alsnog direct te beginnen. De conclusie is dan ook dat [appellant] hoog spel heeft gespeeld en het risico heeft genomen dat Qbuzz hem zou afwijzen. Het handelen van [appellant] is aan te merken als een weigering om te starten met het inwerktraject.

5.De beoordeling van de grieven en de vordering

5.1
[appellant] heeft in appel één grief opgeworpen die zich richt tegen de bewijswaardering door de kantonrechter.
5.2
Het hof overweegt dat, als in appel niet bestreden, er van kan worden uitgegaan dat op grond van artikel 6 van het reglement behorende bij de opleidingsovereenkomst Consolid gerechtigd was "terstond" betaling van de opleidingskosten van [appellant] te verlangen indien Qbuzz geweigerd heeft [appellant] voor de inwerkperiode op te roepen als gevolg van een [appellant] te verwijten gedraging. Daarbij gaat er erom wat tijdens het gesprek van 29 juni 2015 is afgesproken.
5.3
Consolid heeft ter voldoening aan de haar in eerste aanleg gegeven bewijsopdracht een brief gedateerd 10 juli 2015 van [C] , regiomanager van Consolid gericht aan [appellant] overgelegd. Zij schrijft daarin onder meer:
"In de middag van 11 juni 2015 hebben wij vervolgens telefonisch contact met elkaar gehad. Wij hebben het volgende met elkaar besproken.
Je hebt aan mij uitgelegd dat het tijdens de Ramadan te moeten vasten een negatieve invloed op jouw concentratievermogen en gemoedstoestand kan hebben. Omdat jij graag optimaal wilt kunnen presteren, leek het jou verstandig pas na de Ramadan - op 20 juli as. - met het inwerktraject te starten. Je was je ervan bewust dat dit niet strookt met de gemaakte afspraken en de door jou aangegeven beschikbaarheid. Je had je echter niet gerealiseerd dat het inwerkprogramma bij Qbuzz gelijk zou vallen met de Ramadan. We zijn het er over eens dat deze misrekening - evenals het verzuimen te melden dat jij gedurende deze periode niet beschikbaar bent - geheel aan jou te wijten is. (…) In reactie op jouw verhaal heb ik je laten weten niet akkoord te gaan met een latere startdatum. Al tijdens het selectietraject is uitvoerig aandacht besteed aan de noodzaak voor Consolid om buschauffeurs op te leiden. Met de drukke zomermaanden voor de boeg zaten wij letterlijk te wachten tot onze opleidingskandidaten konden beginnen. Consolid en Qbuzz rekenden op jouw inzetbaarheid en gingen er vanuit dat je de gemaakte afspraken zou naleven. (…)
Omdat het telefonisch overleg van de 18e juni niet tot een oplossing leidde, heeft mevrouw [B] ons uitgenodigd om 29 juni 2015 op de locatie van Werkplein Emmen met elkaar in gesprek te gaan. Wij hebben in de middag van 18 juni jl. telefonisch contact met elkaar gehad om deze afspraak te bevestigen. Tijdens dit telefoongesprek heb ik jou verteld wat ik met mevrouw [B] besproken heb en jij hebt jouw beweegredenen om niet eerder dan 20 juli 2015 te willen starten nogmaals verteld. Ik heb jou - mede namens Qbuzz - medegedeeld dat wij dit niet acceptabel vinden en uitgesproken dat ik hoopte tijdens het gesprek van 29 juni 2015 tot een oplossing te kunnen komen.
Op 29 juni jl. ontmoetten wij elkaar op Werkplein Emmen voor een gesprek in bijzijn van mevrouw [B] . Het gesprek betrof in grote lijnen een herhaling van hetgeen hiervoor al weergegeven is. Ik heb het gesprek geopend door uit te leggen welke afspraken wij met elkaar gemaakt hebben en aan te geven dat jouw inzet hard nodig is. Er waren al twee weken verstreken sinds het behalen van jouw rijbewijs. Nog drie weken wachten is voor ons geen optie; Consolid en Qbuzz verwachten dat je start met het inwerktraject. Jij hebt jouw beweegredenen om niet eerder dan 20 juli as. (en/of tijdens de Ramadan) met het inwerktraject te willen starten nogmaals aan ons uitgelegd. Mevrouw [B] heeft geprobeerd een compromis te vinden door te vragen of het mogelijk was om jouw beschikbaarheid gedurende de Ramadan te beperken tot bepaalde dagdelen, bijvoorbeeld de ochtenden. Ook hier stond jij niet voor open. Uiteindelijk gaf je aan dat je wel bereid was het Suikerfeest over te slaan en in de middag van 17 juli as. wilde beginnen. Ik heb aangegeven me hier niet in te kunnen vinden, doch dit met Qbuzz te zullen bespreken daar je mij geen andere keuze liet. Hierbij heb ik opgemerkt dat ook Qbuzz hoopte op een andere uitkomst van het gesprek en de eventuele consequenties van jouw besluit voor jouw eigen rekening zouden komen. In dit kader heeft mevrouw [B] jou bovendien gewaarschuwd dat jij richting de gemeente óók verplicht bent om mee te werken aan het bemachtigen van deze baan en dat het verlies van deze mogelijkheid kan leiden tot het nemen van maatregelen. Daar dit verder een zaak tussen jou en de gemeente Emmen is, laten wij dit verder buiten beschouwing.”
5.4
Het hof is van oordeel dat op grond van deze brief - waarvan [C] de inhoud nog eens bevestigd heeft in een schriftelijke verklaring van 6 april 2017 - in samenhang met de onder 3.9 geciteerde e-mail voorshands voldoende vaststaat dat [appellant] zich ook tijdens het gesprek van 29 juni niet flexibel heeft opgesteld en nagenoeg onverkort heeft vastgehouden aan zijn wens om eerst na afloop van de ramadan met de inwerkperiode bij Qbuzz te beginnen. Het voorstel van [appellant] om direct na afloop van de ramadan (17 juli 2015) te beginnen in plaats van de door hem oorspronkelijk voorgestelde datum van 20 juli 2015 is daarbij als onvoldoende tegemoetkoming van de hand gewezen.
5.5
[appellant] stelt in appel dat mevrouw [C] zijn voorstel om op 17 juli 2015 te beginnen tijdens het gesprek niet definitief van de hand heeft gewezen en dat de kantonrechter zijn aanbod om mw. [B] als getuige te horen ten onrechte heeft gepasseerd.
5.6
Het hof overweegt dat [appellant] in eerste aanleg, nadat Consolid er voor had gekozen schriftelijk bewijs over te leggen ter voldoening aan de haar gegeven bewijsopdracht, een akte van uitlating heeft genomen en daarbij niet heeft aangeven getuigen in het kader van het leveren van tegenbewijs te willen voorbrengen. In zoverre treft het verwijt dat [appellant] in appel de kantonrechter maakt geen doel. Gelet op de herstelfunctie van het appel zal het hof [appellant] evenwel toe laten tot het leveren van tegenbewijs tegen het voorshandse oordeel dat [appellant] een verwijt valt te maken van de weigering van Qbuzz om hem nog verder op te roepen voor de inwerkperiode.
5.7
Ter voorlichting aan [appellant] - die bij verlies van de procedure geconfronteerd kan worden met een verder oplopende proceskostenveroordeling - wijst het hof erop dat als tegenbewijs niet volstaat dat Mw. [C] het voorstel om op 17 juli 2015 te beginnen alsnog zou voorleggen aan Qbuzz. Daarvan is eerst sprake indien [appellant] had mogen begrijpen dat dit voorstel in neutrale termen aan Qbuzz zou worden voorgelegd en dat, indien Qbuzz niet akkoord zou gaan, [appellant] alsnog zou mogen beslissen of hij al dan niet per direct met de inwerkperiode zou mogen beginnen en dat hij tijdens het gesprek op 29 juni 2015 de mogelijkheid open heeft gelaten om alsnog tijdens de ramadan te beginnen.
5.8
Het hof zal elke verder beslissing aanhouden.

6.De beslissing

Het hof, recht doende in hoger beroep:
laat [appellant] toe tot het leveren van het onder 5.6 vermelde tegenbewijs door het horen van getuigen;
bepaalt dat, het verhoor van deze getuigen zal geschieden ten overstaan van het hierbij tot raadsheer-commissaris benoemde lid van het hof mr. J.H. Kuiper, die daartoe zitting zal houden in het paleis van justitie aan het Wilhelminaplein 1 te Leeuwarden en wel op een nader door deze vast te stellen dag en tijdstip;
bepaalt dat partijen, [appellant] in persoon / Consolid vertegenwoordigd door iemand die van de zaak op de hoogte en tot het beantwoorden van vragen in staat is) bij het getuigenverhoor aanwezig dienen te zijn opdat hen naar aanleiding van de getuigenverklaringen vragen kunnen worden gesteld;
bepaalt dat het aantal voor te brengen getuigen alsmede de verhinderdagen van
beidepartijen, van hun advocaten en van de getuigen zal/zullen opgeven op de roldatum 17 juli 2018, waarna dag en uur van het verhoor (ook indien voormelde opgave van een of meer van partijen ontbreekt) door de raadsheer-commissaris zullen worden vastgesteld;
bepaalt dat [appellant] overeenkomstig artikel 170 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering de namen en woonplaatsen van de getuigen tenminste een week voor het verhoor aan de wederpartij en de griffier van het hof dient op te geven;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mr. J.H. Kuiper, mr. A.E.F. Hillen en mr. W.C. Haasnoot en is door de rolraadsheer, in tegenwoordigheid van de griffier, in het openbaar uitgesproken op
3 juli 2018.