Uitspraak
De beslissing van de kantonrechter
Het procesverloop
Van die gelegenheid is geen gebruik gemaakt.
De zaak is behandeld ter zitting van 25 juni 2018.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de beslissing van de kantonrechter van de rechtbank Gelderland, die op 7 februari 2017 het beroep van de betrokkene ongegrond verklaarde. De betrokkene, vertegenwoordigd door een gemachtigde, had een administratieve sanctie van € 230,- opgelegd gekregen voor het niet stoppen voor een rood verkeerslicht op 18 december 2015. De gemachtigde voerde aan dat de geeltijden en pardontijden voor rood licht te kort zijn ingesteld en dat er onvoldoende rekening wordt gehouden met achterliggend verkeer. Het hof heeft de zaak behandeld op 25 juni 2018, waarbij de gemachtigde van de betrokkene en de advocaat-generaal aanwezig waren. Het hof oordeelde dat de kantonrechter terecht had vastgesteld dat het voertuig van de betrokkene het rode verkeerslicht had gepasseerd en dat er op verantwoorde wijze gestopt had kunnen worden. De argumenten van de gemachtigde werden door het hof niet overtuigend geacht, en het hof bevestigde de beslissing van de kantonrechter. Het verzoek om proceskostenvergoeding werd afgewezen.