Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken
[verdachte] ,
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Het vonnis waarvan beroep
De tenlastelegging
hij op of omstreeks 31 december 2015 te Zutphen,
hij op of omstreeks 31 december 2015 te Zutphen,
hij op of omstreeks 31 december 2015 te Zutphen,
Standpunt advocaat-generaal
Standpunt van de verdediging
De jongen die vermoord is (het hof begrijpt: [slachtoffer] ) viel op de grond. Daarna liepen die twee (het hof begrijpt [medeverdachte] en [verdachte] )naar de auto. Toen zag één van de daders dat het slachtoffer (het hof begrijpt: [slachtoffer] ) opstond. Toen ging die jongen er achteraan.
"Kunt u persoon 2 uitgebreid omschrijven. Zullen we van persoon 2 de tweede dader maken?") Ja, dit is de jongen die terugliep naar het slachtoffer en hem nog een keer trapte.”Op een vraag van de verbalisant (die luidde:
"U zei dat … persoon 2 weer terugkwam naar het slachtoffer. Waar was persoon 2 toen?"), verklaarde [getuige] vervolgens: “
Hij liep samen met zijn maat richting hun auto. Ze waren nog niet bij de auto.” [7]