Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
Achmea Zorgkantoor N.V.,
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
3.De motivering van de beslissing in hoger beroep
“coulancehalve ambtshalve”te herzien tegen ontvangst van diverse bewijsstukken en partijen ter comparitie bij de rechtbank van 2 september 2015 hadden toegezegd na te gaan welke facturen en betalingen betrekking hebben op het in 2010 verantwoorde bedrag, hebben partijen op de comparitie in hoger beroep van 6 juli 2016 zonder voorbehoud de daarop voortbouwende afspraak gemaakt dat [gedaagde] een verantwoording zou afleggen over de besteding van zijn PGB over 2010. Een dergelijke afspraak zou zinloos zijn indien Agis zich vervolgens, zoals zij nu doet, alsnog op formele rechtskracht van de beschikking van 4 mei 2011 zou (kunnen) beroepen. Daarom mocht [gedaagde] er redelijkerwijs op vertrouwen dat Agis met die afspraak haar beroep op formele rechtskracht had prijsgegeven, in welk vertrouwen hij alsnog een uitvoerige verantwoording heeft afgelegd. In elk geval is een dergelijk beroep, gelet op genoemde omstandigheden, naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar. Grief 2 in het principaal appel gaat dus niet op.