Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster in hoger beroep,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 21 augustus 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep over de wijziging van partneralimentatie in het kader van een schuldsaneringsregeling. De vrouw, verzoekster in hoger beroep, had in eerste aanleg een beschikking van de rechtbank Midden-Nederland aangevochten, waarin de partneralimentatie was vastgesteld op nihil. De vrouw verzocht het hof om de eerdere alimentatie van € 1.925,- per maand te handhaven, terwijl de man, verweerder in hoger beroep, verweer voerde en de verzoeken van de vrouw afwees.
Het hof heeft vastgesteld dat het huwelijk van partijen op 26 april 2016 is ontbonden en dat de man met ingang van 19 januari 2017 is toegelaten tot de Wettelijke Schuldsanering Natuurlijke Personen (WSNP). De vrouw stelde dat de man voldoende draagkracht had om de alimentatie te voldoen, ondanks zijn toelating tot de WSNP. Het hof heeft de argumenten van beide partijen zorgvuldig gewogen, waarbij het heeft vastgesteld dat de man onvoldoende bewijs heeft geleverd van zijn werkelijke inkomen en dat hij neveninkomsten verzwijgt.
Uiteindelijk heeft het hof de bestreden beschikking vernietigd en het verzoek van de man tot nihilstelling van de partneralimentatie afgewezen. Het hof heeft bepaald dat de beschikking van 15 december 2015, waarin de partneralimentatie was vastgesteld, vanaf 19 januari 2017 wordt gehandhaafd. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het hof heeft het meer of anders verzochte afgewezen. Deze uitspraak benadrukt het belang van transparantie in financiële zaken binnen het kader van alimentatie en schuldsanering.