ECLI:NL:GHARL:2018:7510
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep over toerekenbare tekortkoming in lidmaatschapscontract van zakelijke netwerkorganisatie
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van een appellant die lid was van een zakelijke netwerkorganisatie, geëxploiteerd door de geïntimeerde. De appellant stelt dat de geïntimeerde toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van de lidmaatschapsovereenkomst, wat heeft geleid tot schade voor de appellant. Het hof oordeelt dat er geen bewijs is dat de geïntimeerde tekort is geschoten in haar verplichtingen. De appellant had toegang tot het netwerk en de mogelijkheden die het bood, maar er is geen bewijs dat de geïntimeerde haar heeft tegengewerkt. De eerste grief van de appellant, die zich richt op de afwijzing van de verklaring voor recht, faalt omdat er geen tekortkoming is aangetoond. De tweede grief, die betrekking heeft op de schadevergoeding, kan ook niet slagen omdat er geen toerekenbare tekortkoming is. De derde grief, die zich richt op de terugbetaling van inschrijfgeld en contributie, wordt afgewezen omdat de appellant erkent dat er contractueel is afgesproken dat er geen restitutie plaatsvindt. De vierde grief, die zich richt op de proceskostenveroordeling, faalt eveneens. Het hof bekrachtigt het vonnis van de rechtbank en veroordeelt de appellant in de kosten van het hoger beroep.