ECLI:NL:GHARL:2018:7672
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- M. van Schuijlenburg
- M. van der Zee-Venema
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen administratieve sanctie voor niet gebruik van de rijbaan door bestuurder van motorvoertuig
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een administratieve sanctie die is opgelegd aan de betrokkene, die als kentekenhouder van een motorvoertuig een boete van € 90,- kreeg voor het niet gebruiken van de rijbaan. De gedraging zou hebben plaatsgevonden op 17 april 2014 om 19:50 uur op de Piepersweg te Blaricum. De betrokkene ontkent de overtreding en stelt dat de locatie waar zijn voertuig stond geparkeerd niet kan worden aangemerkt als trottoir, omdat het weggedeelte niet is voorzien van bestrating maar slechts van gras. Het hof heeft in een tussenarrest van 24 mei 2018 overwogen dat de betrokkene niet behoorlijk is opgeroepen voor de zitting van de kantonrechter, wat aanleiding gaf om de beslissing van de kantonrechter te vernietigen.
Het hof heeft vervolgens de zaak beoordeeld op basis van de verklaring van de verbalisant en de door de betrokkene overgelegde foto’s. De verklaring van de verbalisant, die stelt dat het voertuig met twee wielen op het gras en één wiel op de stoep stond, werd door de betrokkene betwist. Het hof concludeert dat de locatie waar het voertuig stond geparkeerd niet kan worden aangemerkt als trottoir, omdat er geen bestrating aanwezig is. Hierdoor is er geen sprake van een overtreding van artikel 10 van het Reglement Verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990).
Uiteindelijk heeft het hof het beroep gegrond verklaard, de beslissing van de officier van justitie en de inleidende beschikking vernietigd, en bepaald dat het bedrag dat door de betrokkene was gestort ter zekerheid aan hem moet worden gerestitueerd. Dit arrest is gewezen door mr. M. van Schuijlenburg, in tegenwoordigheid van mr. M. van der Zee-Venema als griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 27 augustus 2018.