Uitspraak
NAM,
[geïntimeerden1] c.s.,
NAM,
[geïntimeerden2] c.s.,
1.Het geding in hoger beroep
2.De beoordeling
16 oktober 2018voor memorie van antwoord in incidenteel appel.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze tussenbeschikking van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, gedateerd 4 september 2018, wordt de eiswijziging van de geïntimeerden in incidenteel hoger beroep door het hof niet toegestaan. De zaak betreft een hoger beroep van de Nederlands Aardolie Maatschappij B.V. (NAM) tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland, waarin de eisers, bestaande uit een groep natuurlijke personen, schadevergoeding vorderden voor immateriële schade als gevolg van aardbevingen gerelateerd aan gaswinning in hun woongebied. De eisers hadden hun eis willen wijzigen, maar het hof oordeelt dat deze wijziging niet tijdig is ingediend, aangezien de memorie van grieven in het incidenteel appel al was ingediend. Het hof stelt dat de wijziging van eis in hoger beroep aan strikte regels is gebonden en dat de eiswijziging in dit geval niet voldoet aan de voorwaarden die zijn gesteld in de rechtspraak. De rolraadsheer concludeert dat er geen uitzonderingen zijn die de eiswijziging rechtvaardigen, en dat de bezwaren van NAM tegen de eiswijziging gegrond zijn. De rolbeschikking eindigt met de mededeling dat recht zal worden gedaan op de vorderingen van de eisers zoals deze luiden na de eiswijziging in eerste aanleg.