Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
inspecteurvan de
Belastingdienst/Kantoor Amsterdam(hierna: de Inspecteur)
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Vaststaande feiten
3.Geschil
4.Beoordeling van het geschil
€ 954+
€ 780-/-
€ 1.374-/-
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de Inspecteur van de Belastingdienst tegen een uitspraak van de rechtbank Gelderland. De rechtbank had de aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen (IB/PVV) van belanghebbende, die een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 25.705 had, verminderd tot € 22.633. De Inspecteur had bezwaar gemaakt tegen deze uitspraak, omdat belanghebbende aanspraak maakte op aftrek van specifieke zorgkosten, waaronder extra kleding en beddengoed, ten bedrage van € 1.240. De Inspecteur had deze kosten niet in aftrek toegelaten, wat leidde tot het hoger beroep.
Tijdens de zitting op 8 juni 2018 heeft de Inspecteur een nieuw standpunt ingenomen, waarna het Hof het onderzoek heropende. Belanghebbende, die gehuwd is en drie kinderen heeft, had in zijn aangifte IB/PVV 2014 een bedrag van € 3.084 aan specifieke zorgkosten opgevoerd, maar de Inspecteur betwistte de noodzaak van de extra kosten voor kleding en beddengoed. Het Hof oordeelde dat belanghebbende niet aannemelijk had gemaakt dat de huisstofmijtallergie van zijn gezin leidde tot extra kosten voor kleding en beddengoed. De enkele verklaring van de huisarts was onvoldoende om deze kosten te onderbouwen.
Het Hof concludeerde dat de Inspecteur terecht de aftrek voor specifieke zorgkosten had afgewezen en dat er geen sprake was van een bewuste standpuntbepaling van de belastingdienst in voorgaande jaren. De uitspraak van de rechtbank werd vernietigd, en de aanslag werd verminderd tot een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 25.231. De beslissing werd op 11 september 2018 openbaar uitgesproken.