ECLI:NL:GHARL:2018:811

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
29 januari 2018
Publicatiedatum
25 januari 2018
Zaaknummer
21-004393-17
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplegen van poging tot zware mishandeling met behulp van een zwaar stuk vuurwerk

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 29 januari 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Gelderland. De verdachte, geboren in 1986 en thans verblijvende in detentie, was eerder veroordeeld voor het medeplegen van een poging tot zware mishandeling met een zwaar stuk vuurwerk, een Cobra 8. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank vernietigd en is tot een andere bewijsbeslissing gekomen. De verdachte had op 18 februari 2017 in Winterswijk, in de nabijheid van een chalet, een stuk illegaal vuurwerk in de richting van het chalet van het slachtoffer gegooid, terwijl deze zich daar bevond. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte niet met voorbedachte rade handelde, maar heeft hem wel schuldig bevonden aan het medeplegen van een poging tot zware mishandeling. De advocaat-generaal had een gevangenisstraf van 24 maanden geëist, maar het hof heeft een lagere straf opgelegd van 14 maanden, rekening houdend met de omstandigheden van de verdachte en het feit dat hij niet eerder onherroepelijk was veroordeeld voor een geweldsdelict. Het hof heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 14 maanden, met aftrek van voorarrest, en heeft het vonnis van de rechtbank vernietigd.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-004393-17
Uitspraak d.d.: 29 januari 2018
TEGENSPRAAK

Verkort arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken

gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Gelderland van 8 augustus 2017 met parketnummer 05-880482-17 in de strafzaak tegen

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1986,
wonende te [woonplaats] ,
thans verblijvende in [detentie] .

Het hoger beroep

De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 15 januari 2018 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd. Het hof heeft voorts kennisgenomen van hetgeen door de verdachte en zijn raadsman, mr. W.K. Cheng, naar voren is gebracht.

Het vonnis waarvan beroep

Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen omdat het tot een andere bewijsbeslissing, kwalificatie en strafoplegging komt. Het hof zal daarom opnieuw rechtdoen.

De tenlastelegging

Aan de verdachte is – na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting in eerste aanleg – ten laste gelegd dat:
primair:
hij op of omstreeks 18 februari 2017 te Winterswijk, in/bij een chalet gelegen aan de [adres] , tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [slachtoffer] opzettelijk en met voorbedachten rade van het leven te beroven als volgt heeft gehandeld, hebbende hij, verdachte en/of zijn mededader(s):
- een stuk zwaar (illegaal) vuurwerk, te weten een Cobra 8, in aanraking gebracht met (open) vuur en/of
- vervolgens dat stuk vuurwerk/de Cobra 8 door/tegen het raam, althans in de richting, van het chalet van die [slachtoffer] gegooid,
- terwijl die [slachtoffer] zich op dat moment in dat chalet bevond
- waarna dat stuk (illegale) vuurwerk/de Cobra 8 tot ontploffing is gekomen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
subsidiair:
hij op of omstreeks 18 februari 2017 te Winterswijk, in/bij een chalet gelegen aan de [adres] , tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [slachtoffer] opzettelijk van het leven te beroven, als volgt heeft gehandeld, hebbende hij, verdachte en/of zijn mededader(s):
- een stuk zwaar (illegaal) vuurwerk, te weten een Cobra 8, in aanraking gebracht met (open) vuur en/of
- vervolgens dat stuk vuurwerk/de Cobra 8 door/tegen het raam, althans in de richting, van het chalet van die [slachtoffer] gegooid,
- terwijl die [slachtoffer] zich op dat moment in dat chalet bevond
- waarna dat stuk (illegale) vuurwerk/de Cobra 8 tot ontploffing is gekomen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
meer subsidiair:
hij op of omstreeks 18 februari 2017 te Winterswijk, in/bij een chalet gelegen aan de [adres] , tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan [slachtoffer] opzettelijk en met voorbedachte raad zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, als volgt heeft gehandeld, hebbende hij, verdachte en/of zijn mededader(s):
- een stuk zwaar (illegaal) vuurwerk, te weten een Cobra 8, in aanraking gebracht met (open) vuur en/of
- vervolgens dat stuk vuurwerk/de Cobra 8 door/tegen het raam, althans in de richting, van het chalet van die [slachtoffer] gegooid,
- terwijl die [slachtoffer] zich op dat moment in dat chalet bevond
- waarna dat stuk (illegale) vuurwerk/de Cobra 8 tot ontploffing is gekomen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
meest subsidiair:
hij op of omstreeks 18 februari 2017 te Winterswijk, in/bij een chalet gelegen aan de [adres] , tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk een ontploffing teweeg heeft gebracht door:
- een stuk zwaar (illegaal) vuurwerk, te weten een Cobra 8, in aanraking te brengen met (open) vuur en/of
- vervolgens dat stuk vuurwerk/de Cobra 8 door/tegen het raam, althans in de richting, van het chalet van [slachtoffer] te gooien, en aldus een ontploffing te veroorzaken in/aan/bij dat chalet, en daarvan gemeen gevaar voor dat chalet, in elk geval gemeen gevaar voor goederen en/of levensgevaar en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor [slachtoffer] - die zich op dat moment in dat chalet bevond -, in elk geval levensgevaar en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander of anderen te duchten was.
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Vrijspraak van poging tot moord en poging tot doodslag

Het hof heeft uit het onderzoek ter terechtzitting niet door de inhoud van wettige bewijsmiddelen de overtuiging bekomen dat de verdachte opzet heeft gehad op de dood van het slachtoffer [slachtoffer] , zodat de verdachte van het primair en subsidiair tenlastegelegde behoort te worden vrijgesproken.

Overwegingen met betrekking tot het bewijs

Standpunt van het openbaar ministerie
De advocaat-generaal heeft gerekwireerd tot bevestiging van het vonnis waarvan beroep. De rechtbank heeft het medeplegen van een poging tot zware mishandeling met voorbedachte raad bewezen verklaard.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft integrale vrijspraak bepleit, nu niet kan worden bewezen dat de verdachte bij het gooien van het stuk vuurwerk aanwezig is geweest. Hij heeft daartoe aangevoerd dat er geen objectief bewijs is voor de aanwezigheid van de verdachte op de plaats delict. Ook blijkt uit de telefoongegevens dat de verdachte in de aanloop naar het tenlastegelegde niet heeft voorgesteld strafbare feiten te plegen. Ten slotte zijn de verklaringen van medeverdachte [medeverdachte] en getuige [getuige] volgens de raadsman als onbetrouwbaar aan te merken.
Oordeel van het hof
Medeplegen van een poging tot zware mishandeling
Met de rechtbank is het hof van oordeel dat het door verdachte gevoerde verweer strekkende tot vrijspraak van het meer subsidiair tenlastegelegde wordt weerlegd door de gebezigde bewijsmiddelen, zoals deze later in de eventueel op te maken aanvulling op dit arrest zullen worden opgenomen. Het hof heeft geen reden om aan de juistheid en betrouwbaarheid van de inhoud van die bewijsmiddelen te twijfelen.
Het hof sluit zich volledig bij de rechtbank aan voor wat betreft de overwegingen en de bewezenverklaring van het subsidiair ten laste gelegde medeplegen van een poging tot zware mishandeling en neemt deze over en verwijst daartoe naar het aangehechte vonnis.
Met betrekking tot de voorbedachte raad komt het hof echter tot een andere beslissing.
Vrijspraak van het bestanddeel ‘met voorbedachte raad’
Voor een bewezenverklaring van het bestanddeel ‘voorbedachte raad’ moet komen vast te staan dat de verdachte zich gedurende enige tijd heeft kunnen beraden op het te nemen of het genomen besluit en dat hij niet heeft gehandeld in een ogenblikkelijke gemoedsopwelling, zodat hij de gelegenheid heeft gehad na te denken over de betekenis en de gevolgen van zijn voorgenomen daad en zich daarvan rekenschap te geven.
Het hof overweegt dat de verdachte op 18 februari 2017 om 20:00 uur door de medeverdachte [getuige] werd gebeld met de vraag of hij naar Gaanderen wil komen, omdat [getuige] zelf had gedronken. De verdachte heeft dat geweigerd en aangegeven dat hij eveneens had gedronken. Om 21:09 uur, 21:23 uur en 21:42 uur is er wederom contact geweest tussen de verdachte en [getuige] . [getuige] deelde daarbij mede dat hij een chauffeur
(hof: medeverdachte [medeverdachte] )had gevonden en dat hij naar de verdachte zou komen.
[medeverdachte] heeft over de bewuste avond verklaard dat [getuige] hem belde en dat hij op diens verzoek naar [getuige] is gegaan. [medeverdachte] heeft verder verklaard dat zij vervolgens samen in de auto van [getuige] met de Cobra 8 naar de woning van de verdachte zijn gereden. Naar zijn zeggen had [medeverdachte] op dat moment zelf een lijntje speed gebruikt en een joint gerookt en was [getuige] eveneens merkbaar onder invloed. Bij de woning van de verdachte aangekomen, hebben [medeverdachte] , [getuige] en de verdachte vijf minuten met elkaar gepraat, waarbij de Cobra 8 voor alle aanwezigen zichtbaar is geweest.
Naar het oordeel van het hof kan het zijn dat het plan van de verdachte om de Cobra 8 naar het chalet van de aangever te (laten) gooien pas voor het eerst in zijn woning en bij het zien van het stuk vuurwerk is ontstaan. Tijdens het eerste telefoongesprek hield de verdachte de boot nog af en uit de uitwerkingen van de latere drie telefoongesprekken is ook geen plan af te leiden. In de dagen en weken voorafgaand aan het tenlastegelegde zijn er wellicht ideeën geopperd om de aangever iets aan te doen, maar ook hier kan niet worden vastgesteld dat er sprake was van een concreet plan.
Vanaf het gesprek in de woning heeft de verdachte enige – maar niet veel – tijd gehad om zich te beraden. Zowel de verdachte als de medeverdachten waren onder invloed. Het hof komt niet tot een bewezenverklaring van de voorbedachte raad. Het is immers niet gebleken dat de verdachte in die tijd ook daadwerkelijk de gelegenheid heeft gehad om na te denken over de betekenis en de gevolgen van zijn voorgenomen daad en zich daarvan rekenschap te geven.
Het hof acht de verdachte daarom schuldig aan het medeplegen van een poging tot zware mishandeling, maar spreekt de verdachte vrij van het bestanddeel ‘met voorbedachte raad’.

Bewezenverklaring

Door wettige bewijsmiddelen, waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, acht het hof wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het meer subsidiair tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
meer subsidiair:
hij op
of omstreeks18 februari 2017 te Winterswijk,
in/bij een chalet gelegen aan de [adres] , tezamen en in vereniging met een ander
of anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan [slachtoffer] opzettelijk
en met voorbedachte raadzwaar lichamelijk letsel toe te brengen, als volgt heeft gehandeld, hebbende hij, verdachte en/of zijn mededader
(s
):
- een stuk zwaar (illegaal) vuurwerk, te weten een Cobra 8, in aanraking gebracht met (open) vuur en/of
- vervolgens
dat stuk vuurwerk/de Cobra 8
door/tegen het raam
, althans in de richting,van het chalet van die [slachtoffer] gegooid,
- terwijl die [slachtoffer] zich op dat moment in dat chalet bevond
- waarna
dat stuk (illegale) vuurwerk/de Cobra 8 tot ontploffing is gekomen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.

Strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het meer subsidiair bewezenverklaarde levert op:
medeplegen van poging tot zware mishandeling.

Strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.

Oplegging van straf en/of maatregel

Standpunt van het openbaar ministerie
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte ter zake van de meer subsidiair ten laste gelegde poging tot zware mishandeling met voorbedachte raad wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van vierentwintig maanden.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft het hof verzocht rekening te houden met de omstandigheden dat de verdachte twee koophuizen dient te bekostigen en een vaste baan heeft.
Oordeel van het hof
De hierna te melden strafoplegging is in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van de verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
De verdachte heeft zich samen met zijn medeverdachte schuldig gemaakt aan een poging tot zware mishandeling door een Cobra 8 te gooien naar het chalet waar de aangever [slachtoffer] zich op dat moment bevond, waarbij het stuk – zeer zwaar – vuurwerk tot ontploffing is gekomen.
Dit soort ernstige feiten brengt in de regel niet slechts in de directe omgeving, maar ook in de samenleving als geheel, onrust en gevoelens van angst en onveiligheid teweeg.
Omdat het hof niet tot een bewezenverklaring van de voorbedachte raad komt, zal het een lagere straf opleggen dan door de advocaat-generaal is gevorderd.
In het voordeel van de verdachte weegt het hof mee dat hij in het recente verleden niet eerder onherroepelijk is veroordeeld ter zake van een geweldsdelict, zoals blijkt zijn uittreksel uit de Justitiële Documentatie van 18 december 2017.
Wel rekent het hof de verdachte zwaar aan dat hij niet heeft geschroomd om de veiligheid van de aangever en anderen ernstig in gevaar te brengen. Ook weegt het hof mee dat de verdachte en [getuige] een vorm van eigenrichting hebben gekozen om het conflict met [slachtoffer] op te lossen. Zij hebben op zeer agressieve wijze gehandeld en daarbij een zwaar middel gebruikt.
Met de rechtbank is het hof van oordeel dat bij een dergelijk gewelddadig en grensoverschrijdend handelen van de verdachte uitsluitend een onvoorwaardelijke gevangenisstraf past.
Op grond van het voorgaande veroordeelt het hof de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van veertien maanden met aftrek van voorarrest.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

Het hof heeft gelet op de artikelen 45, 47 en 302 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het primair en subsidiair tenlastegelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het meer subsidiair tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het meer subsidiair bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
14 (veertien) maanden.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, of artikel 27a van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Gelast de
teruggaveaan de verdachte van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
  • Notebook HP Pavillion;
  • GPS tracker computer;
  • Telefoon merk HTC.
Aldus gewezen door
mr. F.A.M. Bakker, voorzitter,
mr. G. Mintjes en mr. R.R.H. Laurens, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. R.W.P. Soons, griffier,
en op 29 januari 2018 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
mr. R.R.H. Laurens is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.
Proces-verbaal van het in dezelfde zaak voorgevallene ter openbare terechtzitting van het gerechtshof van 29 januari 2018.
Tegenwoordig:
mr. F.A.M. Bakker, voorzitter,
mr. J.W.M. Grimbergen, advocaat-generaal,
mr. R.W.P. Soons, griffier.
De voorzitter doet de zaak uitroepen.
De verdachte is niet in de zaal van de terechtzitting aanwezig.
De voorzitter spreekt het arrest uit.
Waarvan is opgemaakt dit proces-verbaal, dat door de voorzitter en de griffier is vastgesteld en ondertekend.