ECLI:NL:GHARL:2018:8212
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- mr. De Witt
- mr. Pranger
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake zekerheidstelling in administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de beslissing van de kantonrechter van de rechtbank Den Haag, waarbij de betrokkene niet-ontvankelijk werd verklaard in zijn beroep tegen de beslissing van de officier van justitie. De betrokkene had hoger beroep ingesteld omdat hij weigerde zekerheid te stellen voor de betaling van de opgelegde administratieve sanctie en administratiekosten, wat volgens hem een ontoelaatbare drempel voor burgers vormt. De kantonrechter heeft echter geoordeeld dat de betrokkene niet binnen de gestelde termijn zekerheid heeft gesteld, waardoor zijn beroep niet ontvankelijk was.
Het gerechtshof heeft in zijn beoordeling bevestigd dat de verplichting tot zekerheidstelling een wettelijk vereiste is voor de ontvankelijkheid van het beroep bij de kantonrechter. De betrokkene had de mogelijkheid om zijn bezwaren tegen de sanctie naar voren te brengen, maar alleen nadat hij zekerheid had gesteld. Het hof oordeelt dat de betrokkene niet kan worden gehoord zonder dat aan deze voorwaarde is voldaan. De betrokkene heeft ook verzocht om een dwangsom, maar het hof stelt vast dat de verschuldigdheid van een dwangsom in de procedure bij de kantonrechter geen onderwerp van geschil is geweest, waardoor dit in hoger beroep niet meer kan worden getoetst.
Uiteindelijk bevestigt het hof de beslissing van de kantonrechter en wijst het verzoek tot vergoeding van kosten af, omdat de bezwaren van de betrokkene niet leiden tot het vernietigen van enige beslissing. Het arrest is gewezen door mr. De Witt, in tegenwoordigheid van mr. Pranger als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting.