Uitspraak
[appellante],
IMKO,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 18 september 2018, gaat het om de tussentijdse opzegging van een cursus door de appellante, die om gezondheidsredenen niet meer kon deelnemen. De appellante, vertegenwoordigd door advocaat mr. S.J. Nijhof, had een cursus gevolgd bij IMKO Opleidingen B.V., vertegenwoordigd door advocaat mr. R.J. Hoogeveen. Het hof heeft eerder op 17 april 2018 een tussenarrest gewezen waarin IMKO werd verzocht om facturen over te leggen. De appellante betwistte de juistheid van de overgelegde facturen en stelde dat zij de cursus niet volledig had kunnen volgen, wat leidde tot een discussie over het redelijk loon dat IMKO zou kunnen vorderen op basis van artikel 7:411 BW van het Burgerlijk Wetboek. Het hof constateerde dat de facturen niet volledig overeenkwamen met de in de dagvaarding genoemde bedragen en dat er onduidelijkheden waren over de kosten die IMKO had gemaakt. Het hof besloot dat er behoefte was aan nadere inlichtingen en gelastte een comparitie van partijen om de kwestie verder te onderzoeken en een minnelijke regeling te beproeven. De zaak werd verwezen naar de rolzitting van 9 oktober 2018 voor het opgeven van verhinderdata.