Uitspraak
De beslissing van de kantonrechter
Het procesverloop
Van die gelegenheid is geen gebruik gemaakt.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 19 september 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de kantonrechter van de rechtbank Den Haag van 17 augustus 2016. De kantonrechter had het beroep van de betrokkene niet-ontvankelijk verklaard omdat deze niet binnen de gestelde termijn zekerheid had gesteld voor de betaling van de opgelegde administratieve sanctie en de administratiekosten. De betrokkene, vertegenwoordigd door een gemachtigde, stelde dat hij niet voldoende gelegenheid had gekregen om zijn draagkrachtverweer nader te onderbouwen, en dat dit in strijd was met artikel 6 van het EVRM, dat het recht op toegang tot een onafhankelijke rechter waarborgt.
Het hof oordeelde dat de kantonrechter correct had gehandeld door het draagkrachtverweer ongegrond te verklaren. De kantonrechter had de betrokkene in de gelegenheid moeten stellen om op een openbare zitting te worden gehoord over zijn financiële situatie, tenzij hij het verweer al aannemelijk achtte. Het hof bevestigde dat de kantonrechter de nadien ingediende stukken ter onderbouwing van de financiële draagkracht niet meer hoefde te betrekken bij zijn eindbeslissing, omdat het draagkrachtverweer reeds ongegrond was verklaard. Het hof concludeerde dat er geen strijd was met het recht op toegang tot de rechter en dat de bezwaren van de gemachtigde tegen de beslissing van de kantonrechter niet gegrond waren.
De beslissing van de kantonrechter werd bevestigd en het verzoek om proceskostenvergoeding werd afgewezen. Dit arrest is gewezen door mr. De Witt, in tegenwoordigheid van mr. Stoop als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting.