Beoordeling
1. Aan de betrokkene is als kentekenhouder bij inleidende beschikking een administratieve sanctie van € 124,- opgelegd ter zake van “overschrijding maximumsnelheid op autosnelwegen met 16 km/u”, welke gedraging zou zijn verricht op 6 april 2016 om 16:40 uur op de A4 links te Den Hoorn met het voertuig met het kenteken [YY-000-Y] .
2. De betrokkene stelt zich op het standpunt dat het voertuig was verhuurd ten tijde van de gedraging. De vertegenwoordiger van de betrokkene verwijst naar een document dat in hoger beroep, en ook in eerdere procedures, is overgelegd, waaruit dit zou blijken. Verder is een kopie meegestuurd van de factuur waarin de betrokkene de kosten voor het verhuren van de auto in rekening brengt.
3. Artikel 8, aanhef en onder b, van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv) luidt, voor zover hier van belang:
‘De officier van justitie vernietigt de beschikking indien, in het geval van artikel 5 onderscheidenlijk artikel 5a, degene op wiens naam het kenteken in het kentekenregister is ingeschreven een voor een termijn van ten hoogste drie maanden schriftelijk bedrijfsmatig aangegane huurovereenkomst overlegt waaruit blijkt wie ten tijde van de gedraging de huurder van het motorrijtuig onderscheidenlijk de aanhangwagen was.’
4. In administratief beroep is een document meegestuurd met als opschrift: ‘Overeenkomst vervangende auto’. Het betreft een formulier waarop met de hand geschreven gegevens staan vermeld van het voertuig en van de ‘cliënt/bestuurder’, [C] .
De kolom met de koptekst ‘afrekening’ bevat verschillende invulvelden, onder meer voor kilometerstanden, tarieven per kilometer en tarieven per dag. Al deze velden zijn leeggelaten, met uitzondering van het veld ‘vertrek kilometerstand’: 3842. Het document is opgemaakt op 22 maart 2016 en ondertekend door (kennelijk) [C] en iemand van het autobedrijf.
5. In de procedure bij de kantonrechter en in hoger beroep is hetzelfde document opnieuw overgelegd. Er zijn nu echter gegevens toegevoegd, namelijk de datum van terugkomst van het voertuig (22 april 2016) en de kilometerstand op die datum (16556).
6. De officier van justitie en de kantonrechter hebben beiden, kort gezegd, geoordeeld dat het document dat de betrokkene heeft meegestuurd niet aannemelijk maakt dat het voertuig was verhuurd in de zin van artikel 8, aanhef en onder b, van de Wahv.
Het hof onderschrijft dit oordeel. Uit het document blijkt immers niet dat [C] met de betrokkene heeft afgesproken het voertuig te huren.
7. In hoger beroep heeft de betrokkene een factuur overgelegd, gedateerd 12 mei 2016 en geadresseerd aan [C] , waarin de volgende kosten in rekening zijn gebracht:
omschrijving
aantal
prijs
bedrag
huurovereenkomst Mercedes-Benz A 180D, [YY-000-Y]
periode 22-03-16 t/m 22-04-16
31
€ 50,00
€ 1.550,00
verreden kilometers:
beginstand: 3842 km
eindstand: 16556 km
12714
€ 0,10
€ 1.271,40
Subtotaal
€ 2.821,40
21 % BTW
€ 592,49
Totaal
€ 3.413,89
Vermeld wordt dat de factuur binnen 14 dagen moet worden betaald.
8. Een huurovereenkomst is in beginsel vormvrij. Hoewel uit de ‘Overeenkomst vervangende auto’ niet valt af te leiden dat er een huurovereenkomst is afgesloten, is het mogelijk dat partijen dit bij het opmaken van het document wel voor ogen hebben gehad.
In dat geval ligt het in de rede dat [C] de aan hem gerichte factuur heeft betaald. Uit de stukken blijkt dit niet. Het hof zal de betrokkene in de gelegenheid stellen om aan te tonen dat [C] tot betaling is overgegaan of op andere wijze aannemelijk te maken dat de betrokkene daadwerkelijk een huurovereenkomst met [C] is aangegaan.
9. Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.