ECLI:NL:GHARL:2018:8634
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- J. van Schuijlenburg
- M. Wijmenga
- Rechtspraak.nl
Toereikendheid van machtiging in hoger beroep bij niet-ontvankelijk verklaring
In deze zaak gaat het om de toereikendheid van een machtiging die is overgelegd in het kader van een hoger beroep tegen een beslissing van de kantonrechter. De kantonrechter had het beroep niet-ontvankelijk verklaard omdat de overgelegde machtiging niet voldeed aan de eisen. De appellant, vertegenwoordigd door mr. [A], stelde dat de rechtbank de gelegenheid had moeten geven om gebreken aan de volmacht te herstellen en dat er sprake was van schending van het beginsel van hoor en wederhoor. Het hof oordeelt dat de kantonrechter terecht heeft vastgesteld dat de machtiging ontbrak en dat de appellant niet in staat was om de gebreken te herstellen. Het hof bevestigt de beslissing van de kantonrechter en wijst het verzoek om vergoeding van proceskosten af. De uitspraak benadrukt het belang van een rechtsgeldige machtiging en de verantwoordelijkheden van de gemachtigde in het proces.