ECLI:NL:GHARL:2018:8703

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
27 september 2018
Publicatiedatum
2 oktober 2018
Zaaknummer
21-003391-16
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van belediging door het doorsturen van een foto

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 27 september 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Gelderland. De verdachte was eerder vrijgesproken van belediging, omdat de rechtbank oordeelde dat de door hem doorgestuurde foto's niet als pornografisch konden worden gekwalificeerd. De officier van justitie was het niet eens met deze beslissing en stelde dat de foto's wel degelijk seksueel getint waren. Het hof heeft de zaak opnieuw beoordeeld na een zitting op 13 september 2018, waarbij zowel de advocaat-generaal als de raadsman van de verdachte hun standpunten naar voren brachten.

De tenlastelegging betrof het opzettelijk beledigen van de aangeefster door een afbeelding van haar in lingerie door te sturen naar een derde. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte de foto van de aangeefster in een roze BH had ontvangen tijdens hun relatie en deze later had doorgestuurd naar een andere vrouw. Het hof oordeelde dat, hoewel de handelwijze van de verdachte kwalijk was, er onvoldoende bewijs was voor (voorwaardelijk) opzet om de aangeefster in haar waardigheid of eer te beledigen. Het hof sprak de verdachte vrij van het ten laste gelegde.

Daarnaast was er een vordering van de benadeelde partij tot schadevergoeding, die in eerste aanleg niet-ontvankelijk was verklaard. Aangezien de verdachte niet schuldig werd bevonden, werd de benadeelde partij ook in hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering tot schadevergoeding.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-003391-16
Uitspraak d.d.: 27 september 2018
TEGENSPRAAK

Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken

gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Gelderland van 9 juni 2016 met parketnummer 05-057571-16 in de strafzaak tegen

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [1996] ,
wonende te [woonplaats] .

Het hoger beroep

De officier van justitie heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 13 september 2018 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd. Het hof heeft voorts kennis genomen van hetgeen door verdachte en zijn raadsman, mr. S. Arts, naar voren is gebracht.

Het vonnis waarvan beroep

Het hof zal het vonnis waarvan beroep om proceseconomische redenen vernietigen en daarom opnieuw rechtdoen.

De tenlastelegging

Aan verdachte is -na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting in hoger beroep- ten laste gelegd dat:
Hij in of omstreeks de periode van 25 november 2015 tot en met 9 december 2015 te Arkel, althans in Nederland, opzettelijk [benadeelde] heeft beledigd door een of meerdere afbeelding(en) (via Whats-app) naar [betrokkene] te sturen en/of aan te bieden, waarop die [benadeelde] gedeeltelijk is afgebeeld terwijl zij (voor zover zichtbaar) enkel is gekleed in een BH.
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Vrijspraak

De beslissing van de rechtbank
De rechtbank heeft verdachte vrijgesproken van het hem ten laste gelegde, nu van de twee door verdachte doorgezonden lingeriefoto's niet kan worden gezegd dat deze pornografisch zijn, zoals in de oorspronkelijke tenlastelegging was opgenomen.
Het standpunt van het openbaar ministerie
De officier van justitie kan zich niet verenigen met de beslissing van de rechtbank, nu de betekenis van 'pornografisch' onder andere 'seksueel getint' is. De officier van justitie is van mening dat de twee foto's in lingerie wel degelijk seksueel getint zijn. De focus ligt op de borsten en aangeefster is schaars gekleed.
De advocaat-generaal heeft zich, na de in hoger beroep toegewezen vordering wijziging tenlastelegging, op het standpunt gesteld dat slechts tot bewezenverklaring van één foto kan worden gekomen, namelijk de foto van aangeefster in een roze BH. De advocaat-generaal heeft daartoe het volgende aangevoerd.
Aangeefster heeft die intieme foto naar verdachte verstuurd terwijl en omdat zij een intieme relatie hadden. Door deze foto door te sturen, heeft verdachte bewust de aanmerkelijke kans aanvaard dat hij de waardigheid van aangeefster zou aantasten en haar zou aantasten in haar eer en goede naam.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat verdachte voor het ten laste gelegde zal worden veroordeeld tot een geldboete ter hoogte van € 200,00.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft ter terechtzitting vrijspraak van het ten laste gelegde bepleit. De raadsman heeft aangevoerd dat er geen sprake is van vol opzet, terwijl verdachte evenmin de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat hij de waardigheid van aangeefster zou aantasten dan wel haar zou aantasten in haar eer en goede naam. Van de foto van aangeefster in de roze BH kan niet worden gezegd dat deze beledigend is. Het gaat om een relatief onschuldige foto. Verdachte heeft de foto bovendien alleen naar mevrouw [betrokkene] verstuurd. Aan louter deze handeling kan niet worden verbonden dat hij aangeefster heeft beledigd.
Het oordeel van het hof
Het hof stelt vast dat het hof na wijziging van de tenlastelegging in hoger beroep slechts heeft te oordelen over twee foto's, namelijk de foto van een vrouw in een roze/zwarte BH, waarvan aangeefster heeft aangegeven dat zij dit is, en een foto van een vrouw in een zwarte BH, waarvan aangeefster heeft aangegeven dat zij dit niet is.
Ten aanzien van de foto van een vrouw in een zwarte BH staat daarmee naar het oordeel van het hof vast dat het niet gaat om een foto van aangeefster, zodat alleen om deze reden al niet tot een bewezenverklaring van dit onderdeel van het tenlastegelegde kan worden gekomen.
Ten aanzien van de foto van de vrouw in de roze/zwarte BH overweegt het hof het volgende. Het hof stelt vast dat aangeefster deze foto van zichzelf naar verdachte heeft verstuurd ten tijde van hun relatie. Verdachte heeft deze foto, op een later tijdstip en toen de relatie tussen hem en aangeefster was verbroken, doorgestuurd naar [betrokkene] , waarmee hij op dat moment een relatie had. Het hof acht deze handelwijze van verdachte kwalijk. Hij heeft daarmee het vertrouwen dat aangeefster in hem stelde beschaamd. Desondanks heeft het hof uit het onderzoek ter terechtzitting niet door de inhoud van wettige bewijsmiddelen de overtuiging bekomen dat verdachte met zijn handelen, te weten het doorsturen van de desbetreffende foto aan [betrokkene] , de (voorwaardelijke) opzet heeft gehad om aangeefster in haar waardigheid dan wel in haar eer en goede naam aan te tasten en haar te beledigen. Dat de foto in een later stadium door (onder andere) [betrokkene] is doorgestuurd en dat meerdere personen, waaronder aangeefster zelf, de foto hebben ontvangen, maakt dit niet anders. Verdachte dient daarom ook te worden vrijgesproken van dit onderdeel van het hem ten laste gelegde.
Het hof spreekt verdachte dan ook vrij van het hem tenlastegelegde.

Vordering van de benadeelde partij [benadeelde]

De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 1.602,07. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep niet-ontvankelijk verklaard. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep opnieuw gevoegd voor het bedrag van haar oorspronkelijke vordering.
De verdachte wordt niet schuldig verklaard ter zake van het ten laste gelegde handelen waardoor de gestelde schade zou zijn veroorzaakt. De benadeelde partij kan daarom in haar vordering niet worden ontvangen.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.

Vordering van de benadeelde partij [benadeelde]

Verklaart de benadeelde partij [benadeelde] niet-ontvankelijk in de vordering tot schadevergoeding.
Aldus gewezen door
mr. R.H. Koning, voorzitter,
mr. A. van Waarden en mr. A. van Maanen, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. H.A.C. Peters, griffier,
en op 27 september 2018 ter openbare terechtzitting uitgesproken.