ECLI:NL:GHARL:2018:8934

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
10 oktober 2018
Publicatiedatum
10 oktober 2018
Zaaknummer
WAHV 200.198.840
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • M. Wijma
  • A. Huizenga
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging beslissing kantonrechter inzake administratieve sanctie voor rijden in milieuzone

In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de beslissing van de kantonrechter van de rechtbank Amsterdam, die op 7 juni 2016 een administratieve sanctie van € 230,- had opgelegd aan de betrokkene, als kentekenhouder, voor het rijden in strijd met een geslotenverklaring voor niet aan de eisen voldoende voertuigen (bord C22a, milieuzone). De gedraging vond plaats op 23 augustus 2014 om 12:11 uur op de Nieuwe Leeuwarderweg te Amsterdam. De betrokkene betwistte de sanctie en voerde aan dat hij door filevorming genoodzaakt was om door Amsterdam te rijden en dat hij het verkeersbord niet had opgemerkt door hevige hoosbuien. Hij stelde ook dat hij geen Nederlands verkeersbord voor een milieuzone had kunnen vinden.

Tijdens de zitting van 26 september 2018 heeft de advocaat-generaal verklaard dat hij via Google Street View beelden van mei en september 2014 had geraadpleegd, waarop het bord C22a zichtbaar was. Het hof oordeelde dat het voldoende aannemelijk was dat het bord ten tijde van de gedraging aanwezig was. Het hof overwoog dat de betrokkene verantwoordelijk is voor het opmerken van verkeersborden, ongeacht de omstandigheden, en dat het niet opzettelijk overtreden van de regels niet betekent dat er geen sanctie kan worden opgelegd.

Het hof vernietigde de beslissing van de kantonrechter en verklaarde het beroep van de betrokkene tegen de beslissing van de officier van justitie ongegrond. De omstandigheden die de betrokkene aanvoerde, gaven geen aanleiding om de sanctie te matigen of achterwege te laten. De beslissing van de officier van justitie werd als juist beschouwd.

Uitspraak

WAHV 200.198.840
10 oktober 2018
CJIB 184063251
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
zittingsplaats Leeuwarden
Arrest
op het hoger beroep tegen de beslissing
van de kantonrechter van de rechtbank Amsterdam
van 7 juni 2016
betreffende
[betrokkene] (hierna te noemen: betrokkene),
wonende te [A] .

Het tussenarrest

De inhoud van het tussenarrest van 15 mei 2018 wordt hier overgenomen.

Het verdere procesverloop

De zaak is behandeld op de zitting van 26 september 2018. De betrokkene is verschenen.
De advocaat-generaal is vertegenwoordigd door mr. [B] .

Beoordeling

1. Het oordeel van het hof in het tussenarrest leidt tot vernietiging van de beslissing van de kantonrechter.
2. Aan de betrokkene is als kentekenhouder bij inleidende beschikking een administratieve sanctie van € 230,- opgelegd ter zake van “rijden in strijd met geslotenverklaring voor niet aan de eisen voldoende voertuigen (bord C22a bijlage II RVV 1990, milieuzone)”, welke gedraging zou zijn verricht op 23 augustus 2014 om 12:11 uur op de Nieuwe Leeuwarderweg te Amsterdam met het voertuig met het kenteken [YY-00-YY] .
3. De betrokkene heeft aangevoerd dat hij door filevorming bij diverse tunnels genoodzaakt was door Amsterdam te rijden. Door hevige hoosbuien was het zicht verslechterd en is het verkeersbord de betrokkene niet opgevallen. De betrokkene betwijfelt ook of het bord er wel stond. In hoger beroep heeft de betrokkene verder aangevoerd dat hij inmiddels een opfriscursus verkeersborden heeft gevolgd, maar geen Nederlands verkeersbord heeft kunnen vinden voor een milieuzone of iets dergelijks. Voor zover dat er inmiddels wel is, betoogt de betrokkene dat het destijds zeker niet bestond.
4. Ter zitting in hoger beroep heeft de vertegenwoordiger van de advocaat-generaal verklaard dat hij via Google Street View beelden van mei 2014 en september 2014 heeft geraadpleegd, en daarop het bord C22a heeft waargenomen. Daarmee acht het hof voldoende aannemelijk geworden dat dit bord ten tijde van de gedraging ter plaatse aanwezig was.
5. Het verkeersbord C22a, dat in dit geval was geplaatst, is sinds 1 augustus 2009 opgenomen in Bijlage 1 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990) en hieronder afgebeeld.
6. Nu vaststaat dat de betrokkene een milieuzone is ingereden en niet in geding is dat dit voor zijn voertuig niet is toegestaan, staat vast dat de gedraging is verricht. Vervolgens moet worden beoordeeld of het verweer van de betrokkene aanleiding geeft tot het matigen of het achterwege laten van de sanctie. De omstandigheden waaronder de gedraging is verricht kunnen daar aanleiding toe geven.
7. Het hof acht de omstandigheden zoals de betrokkene die schetst aannemelijk. Deze omstandigheden geven echter geen aanleiding de sanctie achterwege te laten of te matigen. Dat de betrokkene het verkeersbord heeft gemist en niet bekend was met dit bord, komt voor zijn rekening. Van weggebruikers wordt verwacht dat zij op de hoogte zijn van verkeersborden en hun betekenis. Verder moeten verkeersdeelnemers altijd oplettend zijn en er – ook bij slecht weer, zoals hevige regenval – voor zorgen dat zij verkeerstekens opmerken. Daarbij kan het nodig zijn om het rijgedrag, zoals de snelheid, aan te passen. Mocht het zicht zodanig slecht zijn dat verkeersborden in het geheel niet meer te onderscheiden zijn, dan is verder rijden onverantwoord en moet worden gestopt. Dat de betrokkene de gedraging niet met opzet heeft verricht, wat het hof wel wil aannemen, staat ook niet aan de oplegging van een sanctie in de weg. De verweren van de betrokkene kunnen hem dan ook niet baten.
8. De officier van justitie heeft een juiste beslissing genomen. Het hof zal het beroep van de betrokkene tegen deze beslissing ongegrond verklaren.

Beslissing

Het gerechtshof:
vernietigt de beslissing van de kantonrechter;
verklaart het beroep tegen de beslissing van de officier van justitie ongegrond.
Dit arrest is gewezen door mr. Wijma, in tegenwoordigheid van mr. Huizenga als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting.