Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.[verzoeker] , en
[verzoekster],
[verzoekers] c.s.,
Boerma,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 11 oktober 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep over een verzoek tot het gelasten van een voorlopig deskundigenbericht. De verzoekers, [verzoekers] c.s., hadden in 2011 een aannemingsovereenkomst gesloten met V.O.F. Boerma & Zn. voor de bouw van een aanbouw aan hun woning. Na een brand in 2013, die schade aan de woning en de aanbouw veroorzaakte, stelden de verzoekers Boerma aansprakelijk voor de schade. Boerma wees deze aansprakelijkheid af, wat leidde tot een rechtszaak. In de hoofdprocedure werd de vordering van de verzoekers afgewezen door de rechtbank, waarna zij hoger beroep aantekenden.
Tijdens de procedure in hoger beroep vroegen de verzoekers om een voorlopig deskundigenbericht, maar het hof wees dit verzoek af. Het hof oordeelde dat de verzoekers geen belang meer hadden bij het deskundigenbericht, omdat zij inmiddels een memorie van grieven hadden ingediend en de uitkomst van het deskundigenbericht niet meer relevant zou zijn voor hun grieven. Bovendien zou het afwachten van het deskundigenbericht de procedure onnodig vertragen, wat in strijd was met de goede procesorde. Het hof concludeerde dat het verzoek tot het gelasten van een voorlopig deskundigenbericht moest worden afgewezen en dat de verzoekers in de proceskosten moesten worden veroordeeld.